Dag Allemaal,

 

Joepi

Verhaaltjes voor het slapen gaan ...

Verdwalen in mijn hiStory ...

Dat doe je met de sjiekste flair ...

 

enkel prentjes kijken mag ook!

 

 

30032023

onderuit

⛄️⛄️⛄️

 

Inderdaad

faliekant

ONDERUIT

 

Dat was overduidelijk, zelfs in die mate dat ik mogelijk onder sneeuw bedolven raakte zonder het woord eventueel nog te kunnen spellen en daarbij bovendien alle grip op de realiteit verloor. 

🎼 EU news🎶🎶🎶🎶

... snap je ...

 

Heel even hadden geluidsgolven een recht evenredig ééntonig signaal laten horen.  Voor mij had het als een rustpunt op een partituur geklonken tussen al die lijntjes streepjes en bollekes door.  Maar ik besefte evengoed dat een volgende crescendo niet uitgesloten was.  Ik wist perfect wanneer het begon en de golven fluctueerden, maar ik had nooit controle over de geldigheidsduur van het vervolg, maw ik vroeg me steeds weer af wanneer het zou stoppen & of het ooit hoefde te stoppen - want in alle eerlijkheid, als ik om de rust smeekte maakte ik me simultaan grote zorgen over het gemis ervan.

 

Een hele rust bestond écht wel, maar die haalde ik nooit.  Verder werd het moeilijk kiezen tussen exponentiële vormen ervan.  Ik koos ze ook nooit echt zelf, ze overkwamen me simpelweg.  Ik kon niet zonder, maar samen met was ook niet altijd evident.  Het laatste rustpunt dateerde van kort na de onthulling van witte vlinders  🦋🦋🦋

 

Enigszins zou ik dat punt willen invullen als een kwart rust, zwevende tussen herfst en winter.

Toen had ik vooral bezig geweest met het finaliseren van mijn gedichtenbundel die ik had aangekondigd op een eerste herfstdag.  Daarna had ik nog wel wat hanenpoten te krabbelen en na het herlezen van het herlezen en nog eens en nog eens …. bleef de angst groot een onvolmaakte bundel uit te brengen.  Telkens had ik nog fouten gevonden, maar ooit had ik door de zure appel moeten bijten … mijn gebit zette haar tanden erin terwijl de toetsen van de piano minutenlang een thriller lieten horen

….. en dan ….

ENTER

 

Halverwege november gingen de eerste boekjes ter perse - Ik zette alle denken even op nul en ging zalig genieten in het hutje in Pesche - dat was pas rustgevend, misschien mocht die 1/4de rust heel even promoveren tot een halve maat, een échte maat - geen maat voor niks.

 

Tegen de feestdagen waren de meeste boekjes bij de rechtmatige eigenaars en kon ik me vredig onder de kerstboom te snurken leggen terwijl ik aan wat wijzen dacht …. Op oudjaarsnacht was ik vanuit het Noorden vertrokken, ergens een berm opgeklommen om wat vuurwerk te spotten en me te pletter geschrokken toen zwarte kraaien om middernacht als gekken heen en weer gingen fladderen en akelig begonnen te krijsen.

 

Met de klanken van de piano was de toon van 2023 ingezet, ik keek uit naar alles wat het jaar zou brengen en zakte in grootste stilte alsook in ’t pikkedonker weer af naar het pad dat me de weg naar huis toonde.

 

Ik volgde de sterren.

 

Af en toe bladerde ik nog eens door witte vlinders, krijste bijna zoals de kraaien als ik toch nog taalfouten vond, kreeg links en rechts nog een bestelling door en begon uit te kijken naar de dagen waarop het vorig jaar allemaal begonnen was.

 

De dagen tikten in stilte en alle rust verder.  Ik tikte even rustig mee en kruiste tegelijkertijd twee vingers aan mijn rechterhand met dien verstande dat het alweer een héle tijd geleden was.

 

Ik had zo genoten van een geslaagd opzet rond mijn projectje “Trooz & TeamEclairs”, smeulde nog lange tijd na …. terwijl ik ook stilaan ging zitten pruttelen en broeden op nieuwe ideeën.

 

Ongetwijfeld zat ik weer met een ei waaruit ideetjes dienden te ontspruiten.

 

Ik voelde ze vooral weer borrelen in mijn hersenpan, tussen de lapjes spek in een bodempje van soepletters. Volgens mij had ik daarin een Q zien drijven en moet ik gedacht hebben, ¿wat moet ik in godsnaam met een kuu?  Zo’n q kon ook wel verdacht veel op een omgekeerde muzieknoot lijken.  Het leek wel of de cirkel van mijn verhaal stilaan werd afgerond en alle logische conclusies daarop zouden volgen.

 

een Q

tja wat nu

wat kan daar dan op rijmen

 

wat nu

wat kan daar dan op rijmen

 

wat kan daar dan op rijmen

wat moet ik met een Q

 

Voor ik het zelf besefte hadden ze tijdens het lengen van de dagen in tafeltjes van vier, vol vraagtekens, in lettergrepen en klinkers, nabootsend in een lichte echo zitten wringen tussen de andere figuren in het taalkundig soepbadje.

Trekken, duwen, roepen, krijsen …. Om ’t er eerst door de bocht om mee de finale te halen

 

Nog voor de eerste maand van het nieuwe jaar ten einde was had ik vol ijver in dat zonnige groene boekje zitten pennen, als vriend van alle dagen.

 

Maar ik wou meer, ik wou een vervolg op witte vlinders, alleen … misschien in een ander kleedje, niet dezelfde pop als vorig jaar.

 

En toen kwam ik jouw tegen ….

De eerste bewuste schrijffout.

Ik kwam jouw inderdaad tegen

www.jouwweb.be

www.jouwweb.be

Je werd mijn vriend en toeverlaat, een niet verontreinigde uitlaatklep zonder filter voor alles wat mijn pad kruiste.  Dat legde de druk en de lat natuurlijk meteen wel hoog, al was dit wel een lat waar ik gemakkelijk over kon, zonder een toonladder nodig te hebben - dit liedje kon niet vals gezongen worden.

 

Met pretlichtjes in mijn ogen en de wetenschap dat jouw thuis op mij zat te wachten of me zelfs soms vergezelde tijdens de middagpauze, waren teksten weer als bindmiddel mijn leven binnengeslopen.  Meestal hielden ze me gezelschap tijdens mijn rit naar het werk.  Soms waren ze er al bij het koffieslurpen, maar veelal kwam ik thuis niet veel verder dan een paar woordjes omdat ik ook de tel moest bijhouden tijdens wat oefeningetjes om rugpijn te verzachten.  Maar eens de deur uit stonden ze aan de brievenbus al te dansen en vroegen vrolijk of ze me mochten vergezellen?!  Dat was het leukste moment van de dag, de dag begon altijd mooi.

 

Zo had ik op donderdagochtend tijdens het tandjes poetsen eerst wat staan tellen tijdens de rotatie tussen benen en bekken, koffie gesloebberd en  verder geteld tijdens het stretchen van rug en bovenbenen.  Ik had naar Fien geluisterd op StuBru en getwijfeld om een bericht in de chat te droppen …. Het was gek om je eigen naam te horen vermelden op de radio … dat was me afgelopen maandag nog overkomen.  Verder had ik veters aan schoenen weten te strikken, er een laatste plaske uitgeperst voor vertrek, de rugzak opgerold en dichtgeklikt.

 

Ik had de voordeur open gezwaaid teneinde het fietske buiten te zetten en was verrast geweest.  Ongetwijfeld moet er een frons boven mijn wenkbrauwen hebben gehangen, in mijn hoofd weergalmde de zin … ¿tiens, het regent? … waarom had me dat verrast??? - De hele maand maart leek het niet anders gedaan te hebben en toch werd ik verrast door de bui die boven mijn hoofd hing.

 

Mogelijk ben ik nog snel even terug binnengeglipt om andere veters te strikken, belangrijker was dat ik nog voor het einde van de straat de eerste regel alvast ook gestrikt had.

 

3 straten en 4 regels verder had ik gedacht het daarbij te laten & liet het daar ook bij.

Voorzichtig stak ik de tramsporen over en vond naar aanleiding van het bondig verslag van de eerste meters dat ik wel erg kort van stof was.

 

“Vandaag ben ik wat kort van stof” … en op dat moment zie ik ook daadwerkelijk iemand lopen met een kort lapje stof om de benen … alé vooruit, weer was ik vertrokken, voor nog maar eens wat regeltjes van vier, ondertussen probeerde ik het vertrek niet te vergeten.

Amper honderden meters verder rijd ik door plassen waarin veel weerspiegeld staat en waarin ik mezelf wel eens tegenkom.  Alé hup, dat is al 3x 4 te onthouden in de hoop dat ze me niet ontglippen.

 

Ik ga in de herhaling van de herhaling, terwijl ik na de tunnel passeer langs een plek waar een fiets is achtergelaten.  Wat een gekke plek om je fiets te parkeren, wat komt iemand op deze ongezellig plek zoeken???  Ik word even afgeleid door het ronkende en razende geluid op grote dikke wielen, niet de énige 4x4 die mijn denken afleidt.

 

Nog meer om te herhalen, maar toch wel bij de les blijven, alsook de ‘pinken’ …. niet tegen die bus botsen Meys … die staat stil, jij bent nog in beweging …. het was het vijfde obstakel tijdens mijn rit dat er voor zorgde dat mijn gedachten soms ver weg waren …

 

Ik besloot alle verdere hindernissen te negeren, al had ik daar niet altijd de controle over, soms verloor ik wel eens de grip …. om die nu zeker niet te verliezen op wat ik in de lettersoep ontdekt had, herhaalde ik ze in de vorm van wat aftelrijmpjes, hier en daar corrigeerde ik met balpen in mijn hoofd een woordje of ging ik anders rijmen ….

 

Daar was ik druk mee bezig geweest toen ik toegekomen was op het werk.  Aan de drukpersen rechts van mij hadden collega’s drukpers in gesprek geweest, ik had ze zien staan - zij hadden me zien binnenkomen - ik had vrolijk goeiemorgen gezwaaid, zij hadden me nageaapt en hetzelfde gedaan …. Of was ik de aap geweest die na-aapte?  Op de lange laan die als een soort algemene deler het atelier in 2 splitste kwamen heftruckjes op- en aangereden, ik kende ook wel wat truckjes, bestuurders knikten vriendelijk de ochtendgroet, ik knikkebolde ter herkenning terug.  Langs hoge rekken had ik, tussen kapvormen door, Michel en Kurt aan de cilinderpers gebarend zien staan praten, zonder klank had ik mijn rechterarm wat opgetrokken en naar hen gezwaaid teneinde dat ook Kurt zou begrijpen wat ik die ochtend te zeggen had, hier en daar hadden collega’s een beetje vreemd opgekeken toen ik passeerde - ik had me afgevraagd of ik er misschien erg onuitgeslapen had uitgezien of wie weet hadden de teksten die ik nog steeds van buiten probeerde te leren gekke fronsen getrokken tussen de rimpels op mijn voorhoofd.

 

Ik vervolgde mijn pad en passeerde 2 mannen bij de verzending.  De éne had me aangegaapt alsof ik dringend moest gaan plassen?  Moest ik écht dringend plassen?

 

Ik sloeg af naar links en was nu bijna aan de kleedkamer, als ik daar niemand zou tegenkomen & die kans was redelijk groot, dan kon ik de eindspurt van de herhaling inzetten.  De douchecabine was de ideale plek om teksten te herhalen alvorens aan de werkdag te beginnen …. dikwijls moesten ze daarna geduld hebben tot de middagpauze alvorens ze op een scherm vorm zouden krijgen.

 

De laatste bocht vlak bij de kleedkamer werd ingezet, daar was ik nog iemand tegengekomen & die had écht wel heel raar naar me gekeken … en ook een beetje gelachen … oei “ook ne goeiemorgen” … ik vroeg me af waarom ik me smal moest maken op een plek waar je elkaar gemakkelijk kon passeren zonder dat de éne zijn buik moest intrekken voor de andere ….

 

Alsof het maar niet tot me wou doordringen vroeg ik me pas aan de deur van de kleedkamer af wat ik daar in godsnaam met mijn fiets stond te doen???  Toen schoot ik keihard in de lach, maakte rechtsomkeer en passeerde weer het landschap vol papier, karton, cilinders, palletten, stapels, persen, machines jong en oud, alsook collega’s die niet meer zo gek naar me keken, maar vrolijk meelachten …

 

Ik parkeerde mijn fietske in de garage, daar waar ik het gebouw wat eerder op de ochtend was binnengeglipt, legde ‘m aan de ketting en liep nog eens langs een erehaag vol grapjes en opmerkingen.

 

De dag was in de toonaard van een laCH ingezet.

 

————

 

Toen de werkdag erop zat en het tijd was voor de zadelzit zocht ik koortsachtig naar de sleutels van mijn fietsslot, bijna onvindbaar tot ik merkte dat de sleutelbos met alles erop en eraan een hele werkdag aan mijn fietslot had hangen slingeren...

 

Ik dacht weer aan een aap en na-apen.

 

Mijn teksten hadden het die ochtend volledig van me overgenomen, ik kon er duidelijk niet meer

onderuit.

🐸

5x4 = eveneens te lezen op 30032023 op pagina VERS VAN DE DAG

 


 

 

 

 

04032023

"THE SKY IS THE LIMIT" / breeEEdbeeEEld voor iedereen        

 

Het beeld voor ons kleurde grijs, gewoon neutraal grijs & niet in 50 spannende tinten, al voelde ik af en toe toch graag wat romantiek in de lucht hangen, maar dan ééntje van een ander kaliber. In mijn rechteroorschelp weergalmde het licht tussen 2 bergen een vraag….

 

We hadden net een jumpke gedaan van de lift & dan was het altijd goed uitkijken geblazen welke richting iedereen uitgleed, …. In mijn herinnering betrof het een zetellift voor 4, gevuld met zitvlakken uit eenzelfde gezelschap.  Alé hup, …. De neuzen in dezelfde richting tot we veilig uitgebold waren.

 

Toen pas hoorde ik de vraag weerklinken, mogelijk was het na alle concentratie al de zoveelste echo van één die op de lift reeds gesteld was geweest.

 

“Mannekes”

“Wette wa ta wij nog ni gezien ebbe?”

 

Terwijl de echo van de laatste klinkers tussen de bergflanken wegrolde, prikten we in voorwaartse richting met onze stokken in iets hard en kieperden ons met een laatste afstoot de diepte in.  Net voor dat laatste zetje hadden we links van ons de glasbak, waarover sprake, achter ons gelaten … dat moet de moment geweest zijn dat de echo aan het rollen was gegaan.  Het moet ook ongeveer de derde keer geweest zijn dat we vanaf dezelfde flank, telkens in een andere richting de afdaling hadden ingezet & dat we dus met onze latten al een paar keer boven datzelfde gebouwtje hadden hangen bungelen.

 

Mijn ooghoek had het dus al wel een paar keer opgevangen, maar in een sneeuwlandschap waar alles even wit en er hetzelfde uitziet waren anderen er gladjes aan voorbijgegleden.  Dat was best mogelijk, want het gebouw leek op een speldenprik na niet eens op de grootte van een standaardformaat container uit de Antwerpse haven.

 

Waarom dacht ik nu toch aan die haven?

Misschien omdat de vraag met eenzelfde accent weerklonk?

 

Tegen de grijze lucht had het gebouw nauwelijks afgestoken, op een bewolkte dag zag je het niet eens van ver komen, zelfs niet van dichtbij zag je de zon in ruiten spelen …. In een fata morgana zou de weerspiegeling van een blauwe lucht het landschap heel anders gekleurd hebben.

 

Ik dacht aan een strakke blauwe lucht.

Ik dacht aan vorig jaar.

Ik dacht aan dezelfde bergflank.

 

Ook toen waren we van de lift gewipt en had ik ongetwijfeld vol concentratie de groene skibroek die ons op sleeptouw nam, meteen gevolgd tot aan de rand van de afgrond…. teneinde meteen klaar te staan om me mee in de diepte te storten …. Met een elegante? swung dwong ik mijn latten in een scherpe bocht naar rechts teneinde me haaks op de afdaling in parkeerstand tot stilstand te brengen.

 

Voor mij weerklonk de gulle lach van een reisleider, geweldige kerel die meestal de kop trok en die ik zag kijken in de richting van het vervolg van de groep.  Ik wendde mijn blik in diezelfde richting en merkte op dat de anderen niet gevolgd waren.  Die hadden elkaar ongetwijfeld wat spannends te vertellen… zo zag het er althans uit, maar we stonden te ver van de rest van de groep & konden hun gefluister niet horen….

 

Waren het pikante roddels?

Verhaaltjes voor het slapen gaan?

Gewoon wat weetjes die wij later wel te weten zouden komen?

Pittige details?

 

Ik blikte over mijn linkerschouder naar de afdaling die we zo meteen zouden inzetten.

Telkens weer had ik een klein stresske of eerder een grote onzekerheid over mijn skikunde, uiteindelijk was ik de énige van het gezelschap die als kind nooit geskied had en er pas op latere leeftijd aan begonnen was, …. Het voelde als een grote achterstand temidden van een groep geweldige skiërs.  Tijdens die blik moet ik ongetwijfeld tot tien geteld hebben om weer een beetje tot rust te komen. Toen had ik nog niet geweten dat tot 10 misschien nog net de moeite was als het ging om een wiskundige berekening waarbij je een straal moest vermenigvuldigen met 2xPI.

 

Mijn hoofd maakte vanuit die diepte een beweging van 180° naar rechts en keek weer naar de 4 figuren die nog steeds op dezelfde plek stonden …. Alhoewel 4? ….. ondertussen had ééntje zich uit de ski’s gewurmd & zag ik hoe botten diepe indrukken nalieten in zachte sneeuw…

 

Het spoor, alsook de persoon die zich in beweging had gezet, verdween aan de voorkant van het gebouw dat fel had afgestoken tegen de blauwe lucht … in de reflecties van de ruiten was het zo’n dag geweest waarop je jezelf in glas kon bewonderen, alsook kon checken of je haar onder je skihelm nog wel in de juiste plooi lag.

 

De felgroen & -blauwe skibroek vol geduld begrepen niets van het gefezel tussen de andere drie ….

Nog veel minder van het bulderlachen dat nadien volgde ….

 

Oesj, we misten duidelijk dolle pret toen handjes de lucht in gingen, er meermaals op de billen werd geslagen, teneinde veel plezier nog wat te bekrachtigen … dat deed ook de echo die het lachen na-aapte / van vingers verstopt in wanten kon je niet zien waarnaar ze wezen, maar als je de richting van de armen volgde dan was het duidelijk naar het gebouw waarachter ééntje verdwenen was.

 

Toen werd het plots stil & stapte een figuur, die gezien de kledij die zij/hij droeg niet bij het gezelschap hoorde, kordaat op drie grappenmakers af ….

 

AIAI

AMBRAS?????

 

Onze reisleider en ik blikten in elkaars skibril, die door de frons van onze vraagtekens ongetwijfeld wat bewoog, waardoor we zeker wisten dat we ons hetzelfde afvroegen ….  Daarna volgde er nog meer buldergelach, alsook bij ons nog meer vraagtekens.

 

De achterhoede kwam weer in beweging en voegde zich in een rijtje achter mister groene skibroek.

In het beste van onszelf werd de afdaling ingezet.

 

JIHAAAAAAAA ……

 

Als ik terugdenk aan de geweldige skireisjes en de hilarische verhalen/belevenissen tijdens die tripjes, dan vind ik het bijna jammer dat ik tijdens dit tafereel niet mee op de eerste rij aan het gebouw had deelgenomen aan een dolle grap…

 

Dit jaar was het me opgevallen dat er eentje nogal vaak gebruik maakte van een pitstop, teneinde een snelle plaspauze te benutten, terwijl ik bij aanvang van de reis eerder mezelf in die positie zag vanwege een blaasprobleem.  Mogelijk was diezelfde persoon vorig jaar al zo’n plasteller geweest, maar was het me toen niet opgevallen, net zoals iemand die 3x voorbij eenzelfde gebouw skiet zonder het op te merken en er dan een kwisvraag over stelt.

 

In een déjà-vu sta ik aan de rand van een skipiste en voel ik de aanwezigheid van een geweldige man die achter mij staat. Ik blik naar de horizon en zie voetsporen in sneeuw verdwijnen, alsook bewegende reflecties in ruiten van een gebouw waarop in groene letters het woord “SKY TOILET” te lezen staat ….  Aan de éne kant van het gebouw, daar waar ski’s door de eigenaar waren achtergelaten en diepe sneeuwsporen begonnen, stonden 3 anderen te konkelfoezen ….. grapje uithalen????

 

Het Sky toilet was 1 grote glasbak, ….. tuurlijk hadden we ons wel eens afgevraagd of je écht niet van buiten naar binnen kon kijken … al kon je je niet bedenken dat iemand écht zoiets zou ontwerpen.  Terwijl de éne richting toilet vertrok bekokstoofden de anderen dat ze de plasser eens een poepke zouden laten ruiken & doen alsof je van buiten écht alles kon zien van wat er zich binnenin afspeelde ….

 

Zo waren ze na een tijdje hilarisch beginnen lachen & hadden ze een straf toerke toneel ten berde gebracht door te doen alsof ze echt meetelden met de toiletbezoeker en het afstropen en weer optrekken van een skibroek konden volgen.

 

Natuurlijk kon je van buitenuit geen kijkje binnenin nemen.

Het énige aan beweging dat je kon waarnemen in het gebouw waren silhouetten die het kleine kamertje in- en weer uitslopen wanneer de deur even op een kier kwam te staan, ….. dat was het énige moment waarop je leven binnen de 4 glaswanden kon waarnemen omdat daglicht dan ook van binnen even kon buitengluren.

 

Het was na zo’n moment geweest dat 3 jokers in een lachbui waren geschoten en tranen met tuiten hadden gelachen, ….

 

Ze hadden er alleen geen rekening mee gehouden dat er mogelijk nog andere toiletbezoekers in het gebouw aanwezig waren geweest en dat het wel eens file kon zijn waarin je je beurt geduldig moest afwachten, …. Ze hadden dubbel en dik met een onbekende staan lachen, …..

Kort daarna was er een onbekende vrouw, verontwaardigd over zoveel hilariteit, kordaat op de schuldigen afgestapt.

 

….. in een latere fase van de dag waren we het slachtoffer in kwestie nog tegengekomen tijdens de après-ski, …. Gelukkig kon ze er zelf om lachen ….

 

Dolle pret en een hilarisch verhaal aan de éne kant van de camera, maar even hilarisch was het verslag van degene die aan de spot ontkomen was en vol toeters en bellen vertelde over de commotie binnen het toiletgebouw en de paniek van een vrouw die misschien gedacht had op ’t gemakske te genieten van ‘the sky is the limit’ zichtbaar door brilleglas en doorzichtige ramen & plots gedacht moet hebben …. WTF, die zien mij hier doodleuk met de billen bloot, … in haar ogen stond ongetwijfeld geen dolle pret te lezen ….

 

Het zal je maar overkomen, ik zou vast en zeker dezelfde krampen gekregen hebben ….

In de éne positie van ’t lachen

In de andere positie waarschijnlijk buikkramp van paniek

 

Foei

Foei

 

Zo lachen met de mensen ….

Maar het zorgt wel voor goeie televisie hé …

Niet dan?


 

 

 

 

21012023                      

 PERRON2

ceçi n'est pas un tableau triptyque / dit is geen 3-luik        

 

Op de terugweg Leuven -> Antwerpen/Berchem, ergens ter hoogte van Brussel-Zuid, haalde ik eindelijk het groene boekje, met de zonnige cover en blanco pagina’s, tevoorschijn.  Op een vroeg ochtenduur had ik nog snel, tussen 2 heerlijke kopjes koffie door, een tekening van 2023 vooraan in het boekje gekleefd en daarna snel schaar en dubbelzijdige tape weer in een keukenlade weggeschoven.

 

De 3 boekjes die in 2022, in een averechtse versie van zichzelf, dienst hadden gedaan als agenda-notitieflarden, stonden volgekribbeld met zin en onzin, soms onleesbare krabbels met zwarte BIC neergepend, opgevrolijkt door alle tinten fluo, geveeg met stiften die in de knutselkast in de wachtrij stonden voor gebruik / vol kwatrijnen & rijmpjes waarvan de versheid ondertussen verstreken was.

 

2023, wanneer was dat gebeurd?

 

De jaarwisseling was al lang overtijd & op een later tijdstip van de dag vroeg ik me af waarom ik op het eerste onbeschreven vel van het boekje, linksboven een cirkel had getrokken rond 18/1???  Dat klopte niet, het was tenslotte al 21/1 geweest toen de IC-trein halt hield in Berchem statie en de laatste overstap zich aandiende.

 

Tijd ging zo snel, dat ik zelfs vergat ‘m bij te houden ….

 

In de laatste wagon had veel volk gezeten, opvallend veel tulpen kleurden het internationale gezelschap op de trein.  Ik nam niet de moeite om een zitje te veroveren, tenslotte moest ik er de eerstvolgende halte alweer uit.

 

Enkele minuten later bereikte ik mijn eindbestemming & stond 5 uur later weer op datzelfde perron waar de ochtend cool, fris en fruitig begonnen was.

 

Toen was ik als eerste, goed op tijd, het perron opgelopen om te boemelen richting Leuven.  Niet dat ik op dit vroege uur al ging liggen teuteren aan wat flessen drank, …. maar vanwege ‘den boemeltrein’ die ook het kleine stationneke waar ik de wacht optrok, een kleine aandacht schonk met een tussenstop.

 

Net voor mijn aankomst had ik voor gesloten barelen gestaan, er stopten ook nog andere treinen in dit station.

 

Terwijl rode lichten van links naar rechts knipperden zag ik aan de overkant van de straat een man, minifiets bij de hand, sukkelend aan een ticketautomaat. Ik had gedacht dat ie de aankomende trein richting Antwerpen nog moest hebben, dan kon hij zich maar beter haasten.  Maar deze man had duidelijk geen haast, nadat hij 3 keer heel demonstratief eens goed op de grond had gerocheld stak ie eveneens bij wit licht de overweg over en bewoog zich naar perron 2.

 

Ik liep enkele meters voorop en hield pas halt een eind verderop dan waar de man stond, misschien had zijn akelig getuf me overvallen met een oneerlijk vooroordeel. 

 

Wat later dook een jeugdig vrouwelijk figuurtje een wachthokje in. Het was berekoud daar op het perron, zij zocht ongetwijfeld naar wat warmte.

 

Een peuter, wiens beentjes hingen te bungelen uit de draagzak op vaders rug, glimlachte met volronde roze kaakjes en bleef me, terwijl ze passeerden, vanuit zijn ooghoeken gade slaan tot ik uit die ooghoeken verdween.  Net daarvoor had Pa even halt gehouden, de draagzak met een elegante flair van zijn rug gezwierd, was beginnen rommelen in een tas, waarna hij over de kleine peuterhandjes warme handschoentjes had getrokken.

 

De trein zou nu wel snel komen.

 

Ik blies een paar keer wolkjes in de lucht en volgde de lijn van mijn adem ….

 

Ik dacht aan een bericht van mijn zus eerder in de week.  Of ik met het fietske was gaan werken? Dat de kat Ninette, opgekrold onder een gloeilamp, haar vergezelde op zolder, … dat het ijsberenweer was, ….

 

Ik was nog geen enkele ijsbeer tegengekomen …. En was goed voorbereid aan de dag begonnen.

 

Gemakkelijkheidshalve had ik thuis, net voor vertrek, online een treinticket gekocht - dat ticket was nu beschikbaar in pdf-vorm op het scherm van mijn telefoon. Ik controleerde nog even mijn ticket & omdat ik wel een paar uur van huis zou zijn en met datzelfde ticket later op de dag nog een retourtje had geboekt, besloot ik de gsm niet al teveel te activeren …. Je weet maar nooit, een koude dag, een platte batterij ….. / dat was eveneens ook de reden geweest waarom ik muziekjes zat te beluisteren op de iPod en niet op de telefoon, …. Die zat weggedoken op een veilige plek in de handtas.  Verder puilde mijn rugzak uit vol warme verhalen, al dan niet al geschreven, en een waardevol doosje vol bedankjes.

 

Door de luidsprekers op het perron werd een trein aangekondigd, het was de L-trein van 8u55 richting Leuven.

 

Een trein met lage bezetting, al slaat die L natuurlijk niet daarop, …. Die had meer weg van het boemelen.

 

Ik plofte neer op een plekje, mee met de rijrichting van de trein, ergens links op een plek met veel beenruimte en waar normaal 4 passagiers kunnen samenhokken.

 

Met leuke muziekjes in mijn rechteroor, ging eerst de pots af (pots, dat was zo’n gek woord, ik vroeg me af of mensen dat woord nog gebruikten?) en trok de beige donsjas, met een rits die halverwege stopte, over het hoofd.  De coupé straalde genoeg warmte uit voor een rit van bijna een uur.

 

In de rugzak zaten 2 dikke leesboeken.  2, omdat ik bij vertrek niet goed wist of ik wou starten in een onbekend boek van een échte schrijver, of dat ik eigen schrijfsels misschien nog eens wou herlezen?

 

Maar ik wou eerst vooral rustig wakker worden, genieten van de zonsopgang die door vuile treinramen op een gekke manier gebroken werd en vreemde silhouetten tekende van de passagiers die zich voor mij in het rijtuig bevonden.

 

Nog voor de trein zijn vertraging inzette voor de eerste L-stop, akke akke tuutte hij onder een brug richting Lier … heel even wierp die brug een schaduw op de rit, natuurlijk niet voor lang & in een flits dacht ik: “hier moet het ergens zijn”, ….. in heel de voorbereiding van mijn vertrek had ik net ‘daar’ niet aan gedacht en toch paste het perfect in het verhaal dat ik op 21/1 zou neerpennen.

 

Op de linkerkant, net voorbij het donderen onder een brug, zag ik op de zijkant van een etikettendrukkerij de R als logo van een bedrijf.

 

In een erg ver verleden had ik daar ooit nog gesolliciteerd, maar dat was niets geworden & toch doorkruiste het énigszins het verhaal waar ik in 2021 aan begonnen was, ….

 

De trein deed wat ie moest doen bij de eerstvolgende halte.

Een station in een dorp waar ik wel wat familie had wonen & waar broer Leuven ook les gaf.

Ik dacht aan iedereen die me lief was/is, terwijl een fluitsignaal aankondigde dat deuren weer zouden sluiten.

 

De rugzak bleef dicht, boeken in donker gehuld, terwijl zonlicht de dag op gang trok.

Ik dacht aan het boek “het meisje in de trein” en tuurde naar achtertuinen en velden getooid in nevel en mist.

 

Enigszins al vanuit Boechout, maar zeker nog meer vanaf Lier had je prachtig zicht op uitgestrekte velden en natuurpracht.  Ergens in een wei zag ik een koe iets gek doen en vroeg me af wat die daar vreemd stond te loeien, …

Maar de koe was veel te snel …….

 

……… uit mijn blikveld verdwenen door de snelheid van de trein.

 

Ik zag hoe achtertuinen in lager gelegen gebieden waren omgetoverd tot ijspistes, volgens mij konden sommigen écht een pistje trekken in de achtertuin?!

 

Het bracht me terug naar een soort realiteit van vandaag & besefte dat ik afgelopen week wel wat ritjes had getrokken door gutsende regen, ijzel, wind en gladde wegen & vroeg me af wat dat kon betekenen voor de plek waarnaar ik onderweg was.

 

Vorig jaar had ik wat ritjes ondernomen met de trein, op één of andere manier leek dat geleden van mijn studententijd in Brussel.  Ik had ontdekt dat ik treinreizen leuk vond, het bezorgde me alleszins een berg minder stress dan achter het stuur van de Berlingo te kruipen, zeker op een winterse dag met wat kilometers voor de boeg.

 

De dorpsnamen van onbekende plekjes waar de trein stopte had ik vorig jaar al wel wezen lezen, op 1 of andere manier klonken sommige namen nog altijd even vreemd.

 

“Melkouwen” …. Hoe je de klemtoon ook legde, het was en bleef een gek woord & bij “Wezemaal” vroeg ik me af om welke tafel van vermenigvuldiging het hier wel zou wezen..

 

Rechts van het gangpad zat nog steeds de jongen die reeds op de trein zat toen ik instapte.  Hij las nog altijd in alle rust een boek.  Op de 4-zitplaats voor mij zat iemand alleen, ik kon alleen zijn kruin zien uitsteken aan de bovenkant van zijn zitje.  Schuin rechts voor mij, eveneens aan de andere kant van het gangpad, hing iemand met zijn neus boven een bundel A4 notities. Ongetwijfeld een student aan de universiteit die nog wel wat stof te verwerken had.  De man die achter mij zat kon ik iets beter spotten op het perron waar hij, nog voor Leuven, nadat hij was uitgestapt, weer langs mij passeerde - deze keer aan de andere kant van de trein & niet met zijn rug naar mij toe…. Ergens onderweg was er ook een dame ingestapt … die moet ongetwijfeld ook ergens rechts achter mij gezeten hebben.

 

De wagon waar ik niet eens verhalen bedacht, maar gewoon meemaakte, telde 24 zitplaatsen - 6 ervan waren bezet door 1 plus 5 onbekenden voor elkaar.

 

Met het wondermooie “Unintended” van Muse in mijn rechteroorschelp, tsjoekte de trein verder richting Leuven en bedacht ik me dat mijn oudste broer dit traject 4x per week aflegt & ongetwijfeld nog zoveel meer verhalen ontdekt.

 

Voor vertrek had ik nog getwijfeld of ik broer en schoonzus zou laten weten dat er in Leuven tss aankomst en volgend vertrek 40 minuutjes zouden verstrijken …. Mss tijd om samen een koffietje te drinken?  Maar ik wist evengoed dat ik bij aankomst eerst een dringend plaske zou moeten doen & ongetwijfeld ook nog eens net voor vertrek …. Het zou allemaal wat rapraprapkes moeten gebeuren zou Puff Daddy misschien rappen en ik zou constant op de klok kijken om zeker mijn aansluiting naar Luik niet te missen.

 

Nee, dan toch maar liever even rustig aan.  Misschien zou ik iets laten weten op de retour …. Alleen kon ik nog niet inschatten hoe de rest van de dag zou verlopen.  Ik zou wel zien, ….

 

Met een kraakgeluid dat door een microfoon leek te komen, kondigde een mannenstem aan dat de trein arriveerde in Leuven, eindbestemming van de trein.

 

Ik vroeg me af waarom ik tijdens de rit af en toe onwel was geworden en realiseerde me tegelijkertijd dat ik bij vorige ritjes exact hetzelfde gevoel had gehad?  Ik vroeg me af of er net zoals bij wagenziek worden, op land verder schommelen met bootbenen ook een woord was uitgevonden voor mottig worden tijdens het sporen op wat rails.

 

In de ondergrondse vertrekhal van het veel grotere station Leuven was het een krioelen aan komen en gaan & ging ik tussen de massa op zoek naar een openbaar toilet.  Mijn zoektocht leverde niets op, maar dat plaske moest er toch echt wel uit.

 

Bovendien zou een koffietje me zeker smaken, dus glipte ik tussen wat drukte door naar de overkant van de weg en zocht in café La gare wat troost bij een bakje koffie, maar glipte vooral eerst achter de coulissen het toilet in.  Ondertussen had ik nog ongeveer 20 minuten om aan de koffie te nippen, de drukte te ontvluchten en om toch ook even mobiel netwerk te activeren om eventuele berichten te checken.

 

Er waren geen noemenswaardige meldingen.

 

Om exact 10u15 verdween de gsm in stille modus weer in de handtas, trok mijn muts weer wat verder over mijn oren, griste naar handschoenen en rugzak en dook, zoals voorspeld, weer even de toiletruimte in om dat plaske voor vertrek eruit te persen.

 

Ik verliet het pand en stak de straat over, deze keer terug richting vertrekhal & begaf me naar perron 3 alwaar de trein van 10u27 zou aankomen, alsook weer zou vertrekken.

 

Met nog genoeg minuten op de teller checkte ik de digitale borden waarop aanstormende en vertrekkende treinen werden aangekondigd.  Bij de trein van 10u27 op perron 3 stond een plusje met daarnaast in rode cijfers 13.  In een soort van cynische gedachte had mijn hoofd een wiskundige berekening gemaakt in de hoop dat het geen ongeluk zou brengen..

 

Vol geduld wachtte ik beneden aan een roltrap tot de trein van Luik het station zou binnenrollen.  In de hal was het een drukte van jewelste.  Passagiers die trappen afstormden om meteen daarna weer een trap op te rennen teneinde nog net voor het fluitsignaal een trein op te springen.

 

In de grote drukte stond ik met de rugzak zo dicht mogelijk tegen een aanpalende muur & klemde beide handjes vol veiligheid rond het leer van mijn handtas, teneinde zorgvuldig over waardevolle spullen te waken.

 

Om 10u33 vertrok er nog een trein met een andere bestemming vanaf hetzelfde perron, ik zou nog even wachten tot die trein vertrokken was om me in roltrapbeweging naar boven te begeven.  Op het perron was het ontzettend druk, er moest veel volk naar Luik.

 

Ik zou wachten tot ik rustig op de trein zat om nog eens te piepeloeren op de gsm.

 

Een dubbeldekker railde het station binnen, deuren schoven open, passagiers verlieten een treinstel terwijl anderen zich tussen 2 deuren hetzelfde stel in wurmden teneinde de beste plekjes te bemachtigen.

 

Ongetwijfeld was er meer dan genoeg plek op de trein, dus liet ik iedereen maar drummen om daarna met een zee aan ruimte in te stappen en me naar de bovenverdieping te begeven.

 

Ik plofte neer met een venster aan mijn linkerzijde, ritste mijn handtas open en taste naar mijn telefoon.

 

Oef, die zat nog op hetzelfde plekje als daar waar ik ‘m om 10u15 had weggestopt.  Ik klapte het leren hoesje, met een opdruk van eigen hand, open en verslikte me bijna in het bericht dat op het scherm leesbaar was.  Ik smoorde nog snel de klanken van een welriekende miljard in de kiem, teneinde het gezelschap dat vlak bij mij zat niet te shockeren, griste voor de 2de keer al mijn spullen bij elkaar, deze keer iets sneller dan een halfuur geleden in café La Gare en spurtte de trap af richting in- en uitstapdeuren.

 

Te laat …. De deuren waren onherroepelijk afgesloten - ik kon niet meer ontsnappen uit de trein .

 

Ik keek weer op de gsm en zag dat ik 2 gemiste oproepen had.  Eéntje van 10u17 een ééntje van 10u18 / luttele minuten nadat ik mijn vertrek uit café La Gare had voorbereid & herlas het sms-bericht van 10u19 waarin stond dat het Team vrijdagavond laat beslist had niet af te zakken naar Trooz …. 

 

Dat was dus de straf als je niet op facebook zat …… je miste een hoop aan lullige, onnuttige informatie, …. Maar je miste ook duidelijk belangrijke berichten …..

 

Achter gesloten deuren zag ik hoe het perron zich stilaan in de andere richting dan de trein bewoog ….

 

10u40 - na 13’ vertraging.

 

In een eerste reflex dacht ik dan er maar een leuke dag van te maken in Luik …. Ik was daar vorige zomer kortelings geweest en had mezelf beloofd daar zeker nog terug te keren.  Misschien was dit wel een uitgelezen moment.  Langs de andere kant liep ik te leuren met toch wel waardevolle spullen in een wat zwaardere rugzak en was ik niet hélemaal voorbereid om er zomaar een relaxte citytrip van te maken.

 

Twijfel nam de overhand, … uitstappen in het volgende station of doorrijden tot Luik om daar te genieten van een koude, winterse dag …..

 

Mijn gedacht slingerde me van het volgende station tot in Luik en weer terug.  Met het zoevende geluid van de boemel die me tot in Leuven bracht in gedachte, parkeerde ik me vol hebben en houden op het platform tussen 2 treincoupés, niet goed wetende wat te doen …. Maar dat hangen aan een paal bleef maar duren, dus teende ik weer naar boven om me op een zetel af te kappen tot de trein weer zou vertragen en stoppen in het volgende station.

 

Het scherm van de gsm lichtte op, deze keer was ik wel alert.  Met de nodige excuses liet de beller me weten dat de weersomstandigheden in Trooz voor spiegelgladde wegen had gezorgd.  Begrijpelijk dat ze niet afzakten, …. Jammer dat ik dat niet eerder geweten had, ….  Het was niet eens zeker of ik er met de trein zou geraken, dus raadde hij me aan in het eerstvolgende station uit te stappen en terug te keren ….. die woorden motiveerden nog meer mijn plan om af te zien van bestemming Luik en onverrichterzake rechtsomkeer te maken.

 

Maar de trein bleef maar railen en het landschap begon er meer en meer winters uit te zien, mistig en weinig dieptezicht tussen de verschillende lagen.  Ik hoopte alvast dat het eerstvolgende station niet zomaar een klein stationneke zou zijn waar niets te beleven viel en waar ik aan de andere kant van het spoor op een ijskoud bankje bibberend zou moeten zitten wachten op een ritje retour.  Ik vroeg me af wanneer die eerstvolgende stop zou volgen, want de trein die bleef maar aan hoge snelheid doordrammen.

 

Toen ik in een vertraging van de trein uit de mist hoogbouw zag opduiken, liet ik een klein oefke ontsnappen …. Deze halte zou alvast geen verlaten indruk nalaten, …. Heel even had ik zelfs gedacht: hé, dat is hier precies Luik, ….  De trein minderde nog meer vaart en door de micro weerklonken de woorden :  “Mesdammes et monsieurs, nous arriverons dans une de plus belles gares de notre Pays : bienvenu à Liège-Guillemins

….

Alo kroket, ik strandde dus echt in Luik, wist niet hoe me te voelen of wat ik ging doen …. Om zeker niet alleen en onvoorbereid vast te komen zitten in Trooz besloot ik alvast de volgende aansluiting niet te nemen.

 

Ik teende richting voorkant van een modern, futuristisch station, liep wat trappen af en overwoog de stad een blik waardig te gunnen. Het zicht van daaruit was alvast spectaculair, het grote plein dat je uitnodigde de oversteek te wagen naar de grootstad lag er spekglad bij.

 

Na een 40-tal passen voorwaarts en enkele wankele passen links/rechts die enig risico inhielden tegen de kust te gaan, vroeg ik me af wat ik hier eigenlijk deed?  Met een blik in gedachte op de inhoud van mijn rugzak, het plein dat nog een lange weg had te gaan richting stad, dat me influisterde dat voorzichtig terugkeren veel simpeler was.

 

Mijn pirouette was snel gemaakt, met knikkende knietjes schoof ik gladjes weer terug naar de ingang van het station.  Snel op zoek naar een plasplekje, want dat had ik nodig na die eerste stapjes in de grote overweldigende wereld van de stad Luik.

 

In dit station was wél een toilet, dus luchtte ik voor 50cent mijn blaas en hoopte vooral dat ik niet alvorens weer op een trein te stappen weer dat vervelende, dringende plasgevoel zou hebben.  Daar kampte ik al een tijd mee en de medicatie die ik daarvoor nam zat in een eindfase en ik had niet echt het gevoel dat het resultaat afwierp.

 

Ik activeerde internet op de telefoon en zocht uit hoe ik van Luik weer in Mortsel zou geraken.

 

Om 12u stapte ik op een overvolle trein richting Oostende, alsof iedereen vandaag plots dagjestoerist was en uitkeek naar een dagje “strand van Oostende”, …. Alleen de dikke truien, donsjassen en wollen mutsen verreden dat het geen dagje zonnebaden aan een strand zou worden.

 

Ik liet broer en schoonzus weten dat ik om 12u30 in het station van Leuven zou zijn en dat een koffietje er wel afkon voor ’t geval ze in de buurt zouden zijn.

 

De broer was op weekend in Neeroeteren, niet meteen in de buurt.  De schoonzus belde me op … zij zat met een andere Lieve in café “koffie en staal”, …. Dat kende ik wel, daar hadden we in november nog een tussenstop gehouden tijdens een stadswandeling.

 

De vriendinnen gingen daar een hapje eten en ik was zeker welkom.  Maar het pand lag midden centrum Leuven, weer dacht ik aan de inhoud van mijn rugzak, waarover ik toch wel waakzaam wou zijn & die me misschien niet helemaal op mijn gemak zou doen voelen als ik kris kras mijn weg zou zoeken in een drukke stad.

 

Ik besloot in 1 rechte lijn huiswaarts te bollen.  Om die reden was ik nu degene die vanop perron 2 de trappen naar beneden holde en enkele roltrappen verder weer naar boven stoof teneinde de aansluiting naar Antwerpen/Berchem niet te missen.

 

Ik had welgeteld 1 minuut voor de overstap en alweer moest ik dringend plassen.  Lang geleden dat ik op een trein nog eens een WC-hokje was ingedoken.  Het was dan ook een activiteit die je liever meed in een rijdende trein. Opnieuw was mijn blaas opgelucht, waarna ik mij een zitplaats zocht in alweer een druk bezette trein, maar plaats was er zeker nog.

 

Eindelijk haalde ik het groene boekje tevoorschijn dat heel de tijd tussen de voering van mijn handtas had meegereisd.

 

Ik opende het boekje en tuurde op de eerste pagina naar een tekening die ik bedacht had bij de overgang van oud naar nieuw, voor de rest was het boekje nog smetteloos blanco.

 

Ik haalde het hoedje van een zilvergrijze BIC balpen gevuld met zwarte inkt.

 

Linksboven op de eerste pagina noteerde ik 18/1 en omcirkelde de datum met dezelfde balpen en begon aan mijn verhaal

 

Later op de dag, toen mijn treinreis er alweer enkele uren op zat, vroeg ik me af waarom ik me van datum had vergist.  We waren ten slotte toch al 21/1 toen ik beginnen pennen was???

 

’S Avonds zag ik op het ATV nieuws beelden van rijen tulpen, die het Astridplein opvrolijkten en waar je per persoon vrijblijvend en gratis zelf 15 tulpen mocht uitkiezen ….

 

Ik dacht aan de vrolijke tinten in de coupés links en rechts van mij, terwijl ik tegen een paal leunde om zo meteen het rijtuig weer te verlaten.

 

Ik verliet perron 2 en wandelde in mijn voetsporen van de ochtend weer huiswaarts, zonder het doel van mijn reis uit het oog te verliezen.  Een onverwachte wending had gezorgd dat mijn verhaal van de dag iets anders klonk dan de klanken die ik in gedachten had gehad, maar daarom niet minder boeiend.