29112024
het drillen van de boor
de vuilkar richting stort
de hele wijk hangt vol met smoor
het lontje brandt
soms veel te kort
29112024
alle lichten op rood
dus zet me in de wacht
het spoor stopt hier
het spoor loopt dood
toch had iemand het groen bedacht
29112024
de warmte onder nul
auto's stonden bevroren
koninkje winter was weer gul
dat had ik toch van horen
en wat er gist'ren werd gezegd
ze stond even perplex
want al de rest was goed
zij slecht
iemand riep zelfs
gij Mieke heks
dus grabbelt naar haar bezem
knalt los tegen de kast
vloekwoorden in een resem
dat kon ze goed
dat wel
alvast
28112024
de maan houwt met een sikkel
het donker uit de nacht
ga bijna op mijn smikkel
iemand die in een buskot wacht
doch neemt ie dan de tram
rijdt zwart zonder bewijs
de conducteur die kijken kwam
een boete voor de kleine Meys
hoezo ik word beboet
ik zat er voor niks tussen
niet dat het er nog iets toe doet
maar mag de brandjes blussen
27112024
zo tijdloos was de honderd
een heel week op stubru
vaak was ik vast verwonderd
vaak dacht ik vast
awel dedju
dat waren nogal tijden
de puntschoenen
new wave muziek
's nachts naar een fuifke rijden
de dansvloer op
het lintfabriek
den toog
het pintelieren
iemand schuift van zijn kruk
terwijl al d'and'ren gieren
vrolijke vrienden
van geluk
26112024
ik zat met snottebellen
zonder hatsjie hatsjoem
maar had wat te vertellen
de stoorzender
vroem vroem
vroem vroem
de auto's op de snelweg
flitsend hier links van mij
en niemand hoort dus wat ik zeg
't verhaal al lang ook weer voorbij
25112024
zo kronk'lend als een slang
en dan de sluwe list
ik vroeg me af
'duurt dit al lang'
en had me duidelijk vergist
25112024
de laatste week november
het leek bijna halfzomer
blikte op de kalender
en denk dan plots aan Homer
Simpson zijn gekke wolken
wat dwaasheid op TV
als water wild gaat kolken
het is de deining van de zee
ver weggetrokken eb
zoek naar de waterdrager
al lang vertrokken op zijn step
vroeger was hij veel trager
24112024
gist'ren nog vol gebibber
nu warm
denkend aan lente
de zon straalt
lacht
gegibber
wat weer
een gekke bende
24112024
toch liep ik dapper verder
een zuchtje van geluk
't was vast de schapenherder
mijn dagje kon ook niet meer stuk
24112024
er stond een strakke stormwind
ik liep tussen wat bomen
iemand riep
"wees voorzichtig kind"
of hoorde ik fantomen
takken gingen plots zwiepen
ik voel een boomstam kraken
mensen die brullend riepen
PASOEP
die gaat u raken
toch maar een spurtje ingezet
en bracht me zo in veiligheid
het was maar nipt
ja amper
net
de boom knielt
en verliest de strijd
ik hoor een luide plof
blik even achterom
amai vlakbij
en schrijf
ik bof
en alle takken uit de kom
22112024
woehoew
Fontaines DC
met megagrave sound
vroeger keek ik naar MTV
soms urenlang
soms de klok round
Muziek als lieve lust
lie'kes om mee te brullen
daarna komt alles weer tot rust
stilte om in te vullen
dus teken weer een tekstballon
maar vul 'm op met gaatjes
het middelste dat is de zon
en al de rest zijn praatjes
21112024
er lag een laagje sneeuw
vlokken waren gevallen
krijsend hoor ik de eerste spreeuw
iemand smijt harde ballen
20112024
ijzig voel ik een prik
het is die van de winter
mjin handschoenen niet dik
genoeg & voel de koudehinder
19112024
de wind die blies zwaar tegen
en rukt fel aan mijn stuur
kan zelf amper bewegen
klokvast
de klok tikt zeven uur
ik vecht tegen de wind
amper
amper vooruit
ik ken het hier
de weg niet vind
alsnog op een versperring stuit
uit het niets opgedoken
geen één alternatief
alles ligt opgebroken
maar straks is alles hier gloednief
18112024
voorbij een huis rijk kerstverlicht
dat is wel vroeg op 't jaar
de schoorsteen die zit nog potdicht
de Sint niet eens vertrekkensklaar
toch proef ik al de sfeer
van kind'ren die blij zingen
de stoomboot schommelt op en neer
vol pieten die gek springen
het is bijna kadoosjestijd
dus alle hens van dek
een hond die blaft
daarom niet bijt
een schoen gevuld
vol lekkerbek
18112024
het duwtje in de rug
de pijn daar diep vanonder
het ging niet meer
niet meer zo vlug
doch gist'ren een klein wonder
ik klokte af op tien
verdekke lang geleden
dat deed me deugd
was ongezien
mijn glimlach oogt tevreden
17112024
daar had je ze
de zon
streek zacht over de daken
mooi schaduwspel op het balkon
kan ze bijna aanraken
heb me daarbij verbrand
maar dat maakt me niet bang
en zoek naarstig wat brandverband
terwijl ik nog wat zonlicht vang
wat heb ik toch genoten
na herfstgrijze dagen
tot ik werd t'ruggefloten
verbrand in zeven lagen
ik had zowaar geluk gehad
smeulde nog even na
terwijl het zonlicht verder zakt
het balkon waar ik nog steeds sta
15112024
een tram met dubbel stel
een dame op een step
een beer die bibbert uit zijn vel
een flits
ik schrik
speedpedelec
een jeep met felle faren
tennisbal
blinde vlek
opa met grijze haren
totaal verblind
gaat op zijn bek
echt waar
los op zijn bakkes
zijn mond meteen vol bloed
het zicht
echt bweeurk
zo jakkes
maar veert weer op
vol goeie moed
slentert voort door de dag
6 tanden op zijn maag
geen enkel ander die het zag
ik reed niet snel
bied hulp
vertraag
14112024
de spotlight bij de buren
het koerke felverlicht
wil over 't muurke gluren
maar op een slak domweg geslipt
ik hoor haar huisje kraken
daar ligt ze halfnaakt
ze zal nooit meer thuis g'raken
zo is ze dus dakloos g'raakt
NACHT
ik zag een grijze stip
daar ver diep in het oosten
het was louter een klein begrip
maar niets meer om te troosten
13112024
ik mik tussen 2 zebra's
1 lijntje in balans
terwijl ik hipperde hoera's
het ritme weer mooi in cadans
lees in diezelfde tekstballon
vandaag is ééntje jarig
hoera waarmee de dag begon
de ballon lucht voortvarig
13112024
mijn wiel stond paraplu
gewaggel op de baan
ik vloek miljaardenondedju
zie me hier mijne gang eens gaan
12112024
al fietsend op rout10
vol toeters en vol bellen
gij zonder licht
u niet gezien
en ga weer lesjes spellen
de wereld stond niet stil
steeds maller dan voorheen
terwijl ik écht niet sneller wil
soms veel te cru
soms heel gemeen
ik zoek
maar vind geen plek
kom overal te laat
denk altijd
d'anderen zijn gek
en voeg een scheldwoord bij de daad
deug zelf dus voor geen meter
wanneer is dit gebeurd
of wordt het ooit weer beter
in bikkelhard
en afgekeurd
12112024
het ochtendvroeg gekwetter
ik vroeg nog wat ie zong
het klonk tot op de letter
zo zuiver uit die vogellong
12112024
ik had meteen al heimwee
en wou t'rug naar de hut
maar moest gaan werken voor mijn pré
en al de rest is tuttefrut
10112024
de fietsostrade snelle koers
ik loop links van het pad
zoek naar de bron
français
la source
de week
het godvergeten gat
miljaar dit is weer wennen
wil megazot wat sparren
geprikkeld
ook door dennen
ik vind het niet zo jam
mar
leentje kwam weer thuis
gedaan met alle rust
de nieuwsflitsen
verhit
beeldbuis
gedenk de kachel
uitgeblust
07112024
een boomtak vol met muskes
ze kwetteren zich zot
verliefd werpt één wat kuskes
verstopt en dan weer 3 bedot
ik voel me een klein everzwijn
blijf steken in diep slijk
en vraag me af waar moet ik zijn
in 't bos lijkt alles echt gelijk
plots wordt het oorverdovend stil
dan hoor ik weer het water
& waar een weg is
ook een wil
soms volgt die pas veel later
weet zo weer waar ik ben
het heeft even geduurd
herken wat mensen aan hun stem
kom weer in een vertrouwde buurt
06112024
ik zag overal netjes
gespannen door de dauw
vol lichte binnenpretjes
ik hou van jou
maar ook van jou
zag toen druppelsgewijs
de miezer die zwaar valt
staar naar de lucht
een volvlak grijs
de vallei alsmaar dieper dalt
blijf hangen aan een braam
& maak bijna een totter
een hand die reikt
"we doen dit saam"
het is de vogelspotter
zo blijf ik overeind
de vogel weer gevlogen
het bos in
en gelukkig zijnd
vol bomen onbewogen
05112024
gestippeld de kabouter
vlucht nipt nog uit zijn paddenstoel
zo harteloos niet louter
meedogenloos zonder gevoel
de plof klinkt als een oesterzwam
meteen stinkt ook de rook
daarna gevat
in vuur en vlam
de pinnemuts die onderdook
en zit nu zonder huis
schuilt wel eens onder schors
krijgt soms gezelschap van een muis
en noemt die dan onverbloemd George
05112024
het stilgevallen bos
geritsel tussen bladeren
een slim geslepen vos
sluw bloed stroomt door zijn aderen
verdroogd geknakte takken
gamel de ijs'ren brug
zie zon in water zakken
de avond valt
& keer terug
04112024
bloeddorstig klonk de hond
scherptonend zijn gejank
geluid waarvan ik niets verstond
echoënd langs de bergflank
zie dan zijn scherpe tanden
gekwijl druipt van zijn tong
vol stukgebeten banden
ik snel een wiegeliedje zong
hilarisch toch
hij viel in slaap
de kust voor mij lijkt veilig
en ren snel naar de overkaap
plots blaft hij vals schijnheilig
ik zet het op een lopen
een supersnelle sprint
en kan alleen maar hopen
dat hij me in het bos niet vindt
03112024
in rimpeling van water
het lichaam dat ik zag
zo spoorloos was de dader
die hees elders de vredesvlag
geketend aan een vluchtmisdrijf
iemand stelt hem de vraag
uit antwoorden wordt ie niet wijs
hij hindert
hindert in een laag
hij heeft het nooit bekend
maar iedereen wist beter
dan uit te kijken voor die vent
die deugde voor geen meter
02112024
de paadjes lagen glad
bijna
maar niet geschoven
het natte weer
vet herfsblad
schuift zonder mededogen
voorzichtig naar beneden
voetje voor alle hens aan dek
mijn glimlach klinkt tevreden
en ga dan alsnog op mijn bek