π¦π¦π¦πΈπΈπΈβοΈβοΈβοΈπ¦π¦π¦βοΈβοΈβοΈπͺππ₯ππ€‘πΎβ πΆππΌπ΄βοΈπππ€π₯°π₯³πππΏ
Mijn eerste levensvatbare herinneringen &, ongetwijfeld ook woordjes, zijn die van een joelend kind ondergedompeld in ernst en katholicisme, beleefd (jaja ik was altijd beleefd) in een woonkamer met zicht op tuin, vijver en het klooster van de nonnekes van Altena. In diezelfde woonkamer werd je streng in de gaten gehouden door een wakend oog dat ervoor zorgde dat je niet per ongeluk een ongelukkige vloek tussen je tanden liet ontglippen. Mogelijk is dat oog pas in een veel later stadium van mijn leven in die huiskamer met een nageltje aan de muur beland, het bepaalt wel de sfeer die ik me herinner. Eén belangrijk détail mag ik niet verzwijgen - een platenspeler en een hoes waarop het lijkt dat er iemand door het struikgewas ruist, terwijl je gewoon de guitige grimassen ziet van iemand die een sappige perzik eet ...
Van mij babyjaartjes heb ik in het graafwerk van mijn geheugen geen herinneringen, ik vermoed dat dat ook niet echt kan - mogelijk was ik een baby zonder verstand & mocht ik blij wezen bleiren dat verstand pas met de jaren kwam.
Later ontdekte ik daar énige vorm van waarheid in.
Als kleuter crosste ik met mijn vélooke met dikke bandjes van hot naar her, droeg ik van die gekke te korte kleedjes waaronder 2 mollige beentjes kwamen piepen. Ik wou stoerder zijn dan alle stoere jongens uit de buurt. Patje van een paar huizen verder had een koersvélooke waar ik stikjaloers om was. Geen éne keer had ik ermee mogen rijden, ook al had ik er uren om gesmeekt. 1 keer was het me gelukt er stiekem mee weg te glippen ... Patje was 3 jaar ouder & dus ook een stuk wijzer, maar vooral ook groter .... ik had amper de pedalen weten te bereiken en tot dan toe had ik alleen maar de kunst gekend te remmen op de tippen van mijn tenen, alle versleten schoenen ten spijt. De rit was niet al te best geëindigd, in mijn herinnering had ik niet kunnen remmen voor 2 wandelaars op het voetpad & was ik los tussen 2 benen gereden en zo tot stilstand gekomen ... heel gewoon, alsof dat een plek geweest was waar je fietsen kon parkeren. Ik heb Patje nooit meer durven te smeken en jaren gedroomd van een eigen koersvélooke. Op zonnige zomerdagen wuifden we moeder en vader uit en trokken naar de bergskes .... als kind moet dat een waanzinnig avontuur zijn geweest, te bedenken dat dat gewoon een brak stuk grond was met wat bulten, ... misschien staan er nu een stuk of 3 huizen daar op de hoek van de straat. Soms trokken we naar den Altenaspeeltuin, die moet ongetwijfeld in de tuin van de nonnekes gelegen hebben ... we schommelden op de vliegende Hollander terwijl we om ter luidst keelden "hei hop kiekeskop" ...
Om mijn stoerheid te bekrachten lurkte ik ooit aan de sigaar van mijn vader, het kotsmoment dat erop volgde, los in de sloffen van mijn vader, was een minder stoer gevolg van een onwetend kind.
Ik sluit mijn kleuterherinneringen af aan de rand van de stoep ... daar sta ik met mijn dikke billekes luid te krijsen, terwijl de koers op zomerdagen door de Altenawijk flitst
..... "KOMAAN JOOP ZOETEMELK".....
Zonder dat iemand me vertelde dat dit maar een doodgewone kermiskoers was & dat Joop waarschijnlijk elders het mooie weer fietste .... de koers was toen al van ons
Met een diploma op zak waarop alleen maar tienen voor knippen en plakken en met de verfpotjes smossen stonden te blinken, voltooide ik bij dezelfde kleuternonnekes de lagere school. De zomer voor de start van leren lezen en schrijven had ik nog van schouder tot pols links in de plaaster gelegen, maar het tijdperk van stoerdoenerij moest wijken voor het serieuzere werk. En dat nam ik ook écht serieus ... Misschien was ik nooit de allerslimste van de klas, maar toch altijd trots op die tweede of derde plaats .... op een soort van andere manier vond ik dat ook stoer staan.
Hoe dat in die school juist zat met 'komen eten' weet ik niet goed meer. Soms dook ik mee links een kelder in, waar we samen met de klasgenootjes onze boterhammekes achter de kiezen wegwerkten, maar er waren ook dagen dat we rechts in een andere kelder warme schotels voorgeschoteld kregen en samen met de internen taai stoofvlees wegkauwden.
Ergens in een keuken lokte een tante nonneke ons af en toe stiekem binnen om ons nog wat lekkers toe te steken, mogelijk in een soort van schuldbesef dat we die schoolkost maar niets vonden.
Het was een gek tijdperk geweest, waarin we op verschillende plekken hadden gewoond, tot we uiteindelijk onze eigen varkenstal in de beemden betrokken. Dat was 'cool', want ook hier woonden stoere boys ... in wiens voetsporen ik zeker wou treden.
Na veel vijven en zessen sloot ik de deuren van de lagere school af met een sjiek rapport. Het secundair stond me op de rand van de zomer op te wachten.
Ongetwijfeld hingen we die zomer een maand lang rond op het strand van Klemskerke, waar we klimaatonbewustzijnde lagen te bakken en te bruinen, terwijl mijn moeder droomde van haar prins op het witte paard.
Met eenzelfde gezinde opvoeding zongen we bij de scouts lie'kes over Adam en Eva en het stukske slijk waaruit ze geboren waren
Tijdens de humaniorajaren moet ik een soort atletiek ver- hoog- poslstokspringer geweest zijn. Het was altijd met de hakken over de sloot .... Al snel bleek deze uitblinker uit de lagere school toch minder kennis van zaken op te steken toen de neus in studieboeken geuren van rosé probeerde op te snuiven ... waarbij ik mogelijk meer geïnteresseerd bleek in Marcus die een puer est was, dan in moeilijke Latijnse verbuigingen ... Plots keerde een welverdiende negen zich in een bocht van 180° tot een moeilijk te behappen zes tegen me.
Op mijn kickerbotinnekes, gehuld in een duffelcoat en afkomstig van den boerenbuiten kon ik moeilijk aarden in een stadsschool waar dure Millets, Docksides en Lacoste de gangbare norm waren.
Ooit had ik mijn moeder weten te overtuigen me in schoenen van Lautrec te wringen .... ze waren aartslelijk en peperduur, maar op één of andere manier had het me een gevoel gegeven er op die sjieke, strenge school een héél klein beetje bij te horen ... maar de gruwelijke waarheid was dat ik er eigenlijk geen vriendinnen had.
Ik had ze wel gehad, ... toen in het eerste jaar, maar ze waren steeds sjieker en sjieker en vooral héél snobistisch uit de hoek beginnen komen, en daar had ik nooit aan kunnen tippen.
Met mijn peperdure Lautrecschoenen had ik op een overvolle speelplaats vooral mijn eigenwaarde verloren en gedaan alsof in de hoop ergens bij een kliekje te kunnen aansluiten ...
Maar ze bleven bikkelhard, terwijl ik bleef snakken naar kickerbottinekes en newwave vibes ... maar dat had ik op die snobbenschool nooit durven te uiten
In het vierde middelbaar belandden die domme Lautrechakken los in de sloot en eindelijk werd ik uit mijn lijden verlost. Ik mocht een bisnummer uitzingen in een veel toffere lokale school dichterbij den boerenbuiten. Er moest nog wel geknokt worden voor de puntjes, maar hier maakte ik snel vriendinnen & in een veel ontspannere context kon ik de rest van mijn humaniora uitfluiten.