21012023
PERRON2
ceçi n'est pas un tableau triptyque / dit is geen 3-luik
Op de terugweg Leuven -> Antwerpen/Berchem, ergens ter hoogte van Brussel-Zuid, haalde ik eindelijk het groene boekje, met de zonnige cover en blanco pagina’s, tevoorschijn. Op een vroeg ochtenduur had ik nog snel, tussen 2 heerlijke kopjes koffie door, een tekening van 2023 vooraan in het boekje gekleefd en daarna snel schaar en dubbelzijdige tape weer in een keukenlade weggeschoven.
De 3 boekjes die in 2022, in een averechtse versie van zichzelf, dienst hadden gedaan als agenda-notitieflarden, stonden volgekribbeld met zin en onzin, soms onleesbare krabbels met zwarte BIC neergepend, opgevrolijkt door alle tinten fluo, geveeg met stiften die in de knutselkast in de wachtrij stonden voor gebruik / vol kwatrijnen & rijmpjes waarvan de versheid ondertussen verstreken was.
2023, wanneer was dat gebeurd?
De jaarwisseling was al lang overtijd & op een later tijdstip van de dag vroeg ik me af waarom ik op het eerste onbeschreven vel van het boekje, linksboven een cirkel had getrokken rond 18/1??? Dat klopte niet, het was tenslotte al 21/1 geweest toen de IC-trein halt hield in Berchem statie en de laatste overstap zich aandiende.
Tijd ging zo snel, dat ik zelfs vergat ‘m bij te houden ….
In de laatste wagon had veel volk gezeten, opvallend veel tulpen kleurden het internationale gezelschap op de trein. Ik nam niet de moeite om een zitje te veroveren, tenslotte moest ik er de eerstvolgende halte alweer uit.
Enkele minuten later bereikte ik mijn eindbestemming & stond 5 uur later weer op datzelfde perron waar de ochtend cool, fris en fruitig begonnen was.
Toen was ik als eerste, goed op tijd, het perron opgelopen om te boemelen richting Leuven. Niet dat ik op dit vroege uur al ging liggen teuteren aan wat flessen drank, …. maar vanwege ‘den boemeltrein’ die ook het kleine stationneke waar ik de wacht optrok, een kleine aandacht schonk met een tussenstop.
Net voor mijn aankomst had ik voor gesloten barelen gestaan, er stopten ook nog andere treinen in dit station.
Terwijl rode lichten van links naar rechts knipperden zag ik aan de overkant van de straat een man, minifiets bij de hand, sukkelend aan een ticketautomaat. Ik had gedacht dat ie de aankomende trein richting Antwerpen nog moest hebben, dan kon hij zich maar beter haasten. Maar deze man had duidelijk geen haast, nadat hij 3 keer heel demonstratief eens goed op de grond had gerocheld stak ie eveneens bij wit licht de overweg over en bewoog zich naar perron 2.
Ik liep enkele meters voorop en hield pas halt een eind verderop dan waar de man stond, misschien had zijn akelig getuf me overvallen met een oneerlijk vooroordeel.
Wat later dook een jeugdig vrouwelijk figuurtje een wachthokje in. Het was berekoud daar op het perron, zij zocht ongetwijfeld naar wat warmte.
Een peuter, wiens beentjes hingen te bungelen uit de draagzak op vaders rug, glimlachte met volronde roze kaakjes en bleef me, terwijl ze passeerden, vanuit zijn ooghoeken gade slaan tot ik uit die ooghoeken verdween. Net daarvoor had Pa even halt gehouden, de draagzak met een elegante flair van zijn rug gezwierd, was beginnen rommelen in een tas, waarna hij over de kleine peuterhandjes warme handschoentjes had getrokken.
De trein zou nu wel snel komen.
Ik blies een paar keer wolkjes in de lucht en volgde de lijn van mijn adem ….
Ik dacht aan een bericht van mijn zus eerder in de week. Of ik met het fietske was gaan werken? Dat de kat Ninette, opgekrold onder een gloeilamp, haar vergezelde op zolder, … dat het ijsberenweer was, ….
Ik was nog geen enkele ijsbeer tegengekomen …. En was goed voorbereid aan de dag begonnen.
Gemakkelijkheidshalve had ik thuis, net voor vertrek, online een treinticket gekocht - dat ticket was nu beschikbaar in pdf-vorm op het scherm van mijn telefoon. Ik controleerde nog even mijn ticket & omdat ik wel een paar uur van huis zou zijn en met datzelfde ticket later op de dag nog een retourtje had geboekt, besloot ik de gsm niet al teveel te activeren …. Je weet maar nooit, een koude dag, een platte batterij ….. / dat was eveneens ook de reden geweest waarom ik muziekjes zat te beluisteren op de iPod en niet op de telefoon, …. Die zat weggedoken op een veilige plek in de handtas. Verder puilde mijn rugzak uit vol warme verhalen, al dan niet al geschreven, en een waardevol doosje vol bedankjes.
Door de luidsprekers op het perron werd een trein aangekondigd, het was de L-trein van 8u55 richting Leuven.
Een trein met lage bezetting, al slaat die L natuurlijk niet daarop, …. Die had meer weg van het boemelen.
Ik plofte neer op een plekje, mee met de rijrichting van de trein, ergens links op een plek met veel beenruimte en waar normaal 4 passagiers kunnen samenhokken.
Met leuke muziekjes in mijn rechteroor, ging eerst de pots af (pots, dat was zo’n gek woord, ik vroeg me af of mensen dat woord nog gebruikten?) en trok de beige donsjas, met een rits die halverwege stopte, over het hoofd. De coupé straalde genoeg warmte uit voor een rit van bijna een uur.
In de rugzak zaten 2 dikke leesboeken. 2, omdat ik bij vertrek niet goed wist of ik wou starten in een onbekend boek van een échte schrijver, of dat ik eigen schrijfsels misschien nog eens wou herlezen?
Maar ik wou eerst vooral rustig wakker worden, genieten van de zonsopgang die door vuile treinramen op een gekke manier gebroken werd en vreemde silhouetten tekende van de passagiers die zich voor mij in het rijtuig bevonden.
Nog voor de trein zijn vertraging inzette voor de eerste L-stop, akke akke tuutte hij onder een brug richting Lier … heel even wierp die brug een schaduw op de rit, natuurlijk niet voor lang & in een flits dacht ik: “hier moet het ergens zijn”, ….. in heel de voorbereiding van mijn vertrek had ik net ‘daar’ niet aan gedacht en toch paste het perfect in het verhaal dat ik op 21/1 zou neerpennen.
Op de linkerkant, net voorbij het donderen onder een brug, zag ik op de zijkant van een etikettendrukkerij de R als logo van een bedrijf.
In een erg ver verleden had ik daar ooit nog gesolliciteerd, maar dat was niets geworden & toch doorkruiste het énigszins het verhaal waar ik in 2021 aan begonnen was, ….
De trein deed wat ie moest doen bij de eerstvolgende halte.
Een station in een dorp waar ik wel wat familie had wonen & waar broer Leuven ook les gaf.
Ik dacht aan iedereen die me lief was/is, terwijl een fluitsignaal aankondigde dat deuren weer zouden sluiten.
De rugzak bleef dicht, boeken in donker gehuld, terwijl zonlicht de dag op gang trok.
Ik dacht aan het boek “het meisje in de trein” en tuurde naar achtertuinen en velden getooid in nevel en mist.
Enigszins al vanuit Boechout, maar zeker nog meer vanaf Lier had je prachtig zicht op uitgestrekte velden en natuurpracht. Ergens in een wei zag ik een koe iets gek doen en vroeg me af wat die daar vreemd stond te loeien, …
Maar de koe was veel te snel …….
……… uit mijn blikveld verdwenen door de snelheid van de trein.
Ik zag hoe achtertuinen in lager gelegen gebieden waren omgetoverd tot ijspistes, volgens mij konden sommigen écht een pistje trekken in de achtertuin?!
Het bracht me terug naar een soort realiteit van vandaag & besefte dat ik afgelopen week wel wat ritjes had getrokken door gutsende regen, ijzel, wind en gladde wegen & vroeg me af wat dat kon betekenen voor de plek waarnaar ik onderweg was.
Vorig jaar had ik wat ritjes ondernomen met de trein, op één of andere manier leek dat geleden van mijn studententijd in Brussel. Ik had ontdekt dat ik treinreizen leuk vond, het bezorgde me alleszins een berg minder stress dan achter het stuur van de Berlingo te kruipen, zeker op een winterse dag met wat kilometers voor de boeg.
De dorpsnamen van onbekende plekjes waar de trein stopte had ik vorig jaar al wel wezen lezen, op 1 of andere manier klonken sommige namen nog altijd even vreemd.
“Melkouwen” …. Hoe je de klemtoon ook legde, het was en bleef een gek woord & bij “Wezemaal” vroeg ik me af om welke tafel van vermenigvuldiging het hier wel zou wezen..
Rechts van het gangpad zat nog steeds de jongen die reeds op de trein zat toen ik instapte. Hij las nog altijd in alle rust een boek. Op de 4-zitplaats voor mij zat iemand alleen, ik kon alleen zijn kruin zien uitsteken aan de bovenkant van zijn zitje. Schuin rechts voor mij, eveneens aan de andere kant van het gangpad, hing iemand met zijn neus boven een bundel A4 notities. Ongetwijfeld een student aan de universiteit die nog wel wat stof te verwerken had. De man die achter mij zat kon ik iets beter spotten op het perron waar hij, nog voor Leuven, nadat hij was uitgestapt, weer langs mij passeerde - deze keer aan de andere kant van de trein & niet met zijn rug naar mij toe…. Ergens onderweg was er ook een dame ingestapt … die moet ongetwijfeld ook ergens rechts achter mij gezeten hebben.
De wagon waar ik niet eens verhalen bedacht, maar gewoon meemaakte, telde 24 zitplaatsen - 6 ervan waren bezet door 1 plus 5 onbekenden voor elkaar.
Met het wondermooie “Unintended” van Muse in mijn rechteroorschelp, tsjoekte de trein verder richting Leuven en bedacht ik me dat mijn oudste broer dit traject 4x per week aflegt & ongetwijfeld nog zoveel meer verhalen ontdekt.
Voor vertrek had ik nog getwijfeld of ik broer en schoonzus zou laten weten dat er in Leuven tss aankomst en volgend vertrek 40 minuutjes zouden verstrijken …. Mss tijd om samen een koffietje te drinken? Maar ik wist evengoed dat ik bij aankomst eerst een dringend plaske zou moeten doen & ongetwijfeld ook nog eens net voor vertrek …. Het zou allemaal wat rapraprapkes moeten gebeuren zou Puff Daddy misschien rappen en ik zou constant op de klok kijken om zeker mijn aansluiting naar Luik niet te missen.
Nee, dan toch maar liever even rustig aan. Misschien zou ik iets laten weten op de retour …. Alleen kon ik nog niet inschatten hoe de rest van de dag zou verlopen. Ik zou wel zien, ….
Met een kraakgeluid dat door een microfoon leek te komen, kondigde een mannenstem aan dat de trein arriveerde in Leuven, eindbestemming van de trein.
Ik vroeg me af waarom ik tijdens de rit af en toe onwel was geworden en realiseerde me tegelijkertijd dat ik bij vorige ritjes exact hetzelfde gevoel had gehad? Ik vroeg me af of er net zoals bij wagenziek worden, op land verder schommelen met bootbenen ook een woord was uitgevonden voor mottig worden tijdens het sporen op wat rails.
In de ondergrondse vertrekhal van het veel grotere station Leuven was het een krioelen aan komen en gaan & ging ik tussen de massa op zoek naar een openbaar toilet. Mijn zoektocht leverde niets op, maar dat plaske moest er toch echt wel uit.
Bovendien zou een koffietje me zeker smaken, dus glipte ik tussen wat drukte door naar de overkant van de weg en zocht in café La gare wat troost bij een bakje koffie, maar glipte vooral eerst achter de coulissen het toilet in. Ondertussen had ik nog ongeveer 20 minuten om aan de koffie te nippen, de drukte te ontvluchten en om toch ook even mobiel netwerk te activeren om eventuele berichten te checken.
Er waren geen noemenswaardige meldingen.
Om exact 10u15 verdween de gsm in stille modus weer in de handtas, trok mijn muts weer wat verder over mijn oren, griste naar handschoenen en rugzak en dook, zoals voorspeld, weer even de toiletruimte in om dat plaske voor vertrek eruit te persen.
Ik verliet het pand en stak de straat over, deze keer terug richting vertrekhal & begaf me naar perron 3 alwaar de trein van 10u27 zou aankomen, alsook weer zou vertrekken.
Met nog genoeg minuten op de teller checkte ik de digitale borden waarop aanstormende en vertrekkende treinen werden aangekondigd. Bij de trein van 10u27 op perron 3 stond een plusje met daarnaast in rode cijfers 13. In een soort van cynische gedachte had mijn hoofd een wiskundige berekening gemaakt in de hoop dat het geen ongeluk zou brengen..
Vol geduld wachtte ik beneden aan een roltrap tot de trein van Luik het station zou binnenrollen. In de hal was het een drukte van jewelste. Passagiers die trappen afstormden om meteen daarna weer een trap op te rennen teneinde nog net voor het fluitsignaal een trein op te springen.
In de grote drukte stond ik met de rugzak zo dicht mogelijk tegen een aanpalende muur & klemde beide handjes vol veiligheid rond het leer van mijn handtas, teneinde zorgvuldig over waardevolle spullen te waken.
Om 10u33 vertrok er nog een trein met een andere bestemming vanaf hetzelfde perron, ik zou nog even wachten tot die trein vertrokken was om me in roltrapbeweging naar boven te begeven. Op het perron was het ontzettend druk, er moest veel volk naar Luik.
Ik zou wachten tot ik rustig op de trein zat om nog eens te piepeloeren op de gsm.
Een dubbeldekker railde het station binnen, deuren schoven open, passagiers verlieten een treinstel terwijl anderen zich tussen 2 deuren hetzelfde stel in wurmden teneinde de beste plekjes te bemachtigen.
Ongetwijfeld was er meer dan genoeg plek op de trein, dus liet ik iedereen maar drummen om daarna met een zee aan ruimte in te stappen en me naar de bovenverdieping te begeven.
Ik plofte neer met een venster aan mijn linkerzijde, ritste mijn handtas open en taste naar mijn telefoon.
Oef, die zat nog op hetzelfde plekje als daar waar ik ‘m om 10u15 had weggestopt. Ik klapte het leren hoesje, met een opdruk van eigen hand, open en verslikte me bijna in het bericht dat op het scherm leesbaar was. Ik smoorde nog snel de klanken van een welriekende miljard in de kiem, teneinde het gezelschap dat vlak bij mij zat niet te shockeren, griste voor de 2de keer al mijn spullen bij elkaar, deze keer iets sneller dan een halfuur geleden in café La Gare en spurtte de trap af richting in- en uitstapdeuren.
Te laat …. De deuren waren onherroepelijk afgesloten - ik kon niet meer ontsnappen uit de trein .
Ik keek weer op de gsm en zag dat ik 2 gemiste oproepen had. Eéntje van 10u17 een ééntje van 10u18 / luttele minuten nadat ik mijn vertrek uit café La Gare had voorbereid & herlas het sms-bericht van 10u19 waarin stond dat het Team vrijdagavond laat beslist had niet af te zakken naar Trooz ….
Dat was dus de straf als je niet op facebook zat …… je miste een hoop aan lullige, onnuttige informatie, …. Maar je miste ook duidelijk belangrijke berichten …..
Achter gesloten deuren zag ik hoe het perron zich stilaan in de andere richting dan de trein bewoog ….
10u40 - na 13’ vertraging.
In een eerste reflex dacht ik dan er maar een leuke dag van te maken in Luik …. Ik was daar vorige zomer kortelings geweest en had mezelf beloofd daar zeker nog terug te keren. Misschien was dit wel een uitgelezen moment. Langs de andere kant liep ik te leuren met toch wel waardevolle spullen in een wat zwaardere rugzak en was ik niet hélemaal voorbereid om er zomaar een relaxte citytrip van te maken.
Twijfel nam de overhand, … uitstappen in het volgende station of doorrijden tot Luik om daar te genieten van een koude, winterse dag …..
Mijn gedacht slingerde me van het volgende station tot in Luik en weer terug. Met het zoevende geluid van de boemel die me tot in Leuven bracht in gedachte, parkeerde ik me vol hebben en houden op het platform tussen 2 treincoupés, niet goed wetende wat te doen …. Maar dat hangen aan een paal bleef maar duren, dus teende ik weer naar boven om me op een zetel af te kappen tot de trein weer zou vertragen en stoppen in het volgende station.
Het scherm van de gsm lichtte op, deze keer was ik wel alert. Met de nodige excuses liet de beller me weten dat de weersomstandigheden in Trooz voor spiegelgladde wegen had gezorgd. Begrijpelijk dat ze niet afzakten, …. Jammer dat ik dat niet eerder geweten had, …. Het was niet eens zeker of ik er met de trein zou geraken, dus raadde hij me aan in het eerstvolgende station uit te stappen en terug te keren ….. die woorden motiveerden nog meer mijn plan om af te zien van bestemming Luik en onverrichterzake rechtsomkeer te maken.
Maar de trein bleef maar railen en het landschap begon er meer en meer winters uit te zien, mistig en weinig dieptezicht tussen de verschillende lagen. Ik hoopte alvast dat het eerstvolgende station niet zomaar een klein stationneke zou zijn waar niets te beleven viel en waar ik aan de andere kant van het spoor op een ijskoud bankje bibberend zou moeten zitten wachten op een ritje retour. Ik vroeg me af wanneer die eerstvolgende stop zou volgen, want de trein die bleef maar aan hoge snelheid doordrammen.
Toen ik in een vertraging van de trein uit de mist hoogbouw zag opduiken, liet ik een klein oefke ontsnappen …. Deze halte zou alvast geen verlaten indruk nalaten, …. Heel even had ik zelfs gedacht: hé, dat is hier precies Luik, …. De trein minderde nog meer vaart en door de micro weerklonken de woorden : “Mesdammes et monsieurs, nous arriverons dans une de plus belles gares de notre Pays : bienvenu à Liège-Guillemins
….
Alo kroket, ik strandde dus echt in Luik, wist niet hoe me te voelen of wat ik ging doen …. Om zeker niet alleen en onvoorbereid vast te komen zitten in Trooz besloot ik alvast de volgende aansluiting niet te nemen.
Ik teende richting voorkant van een modern, futuristisch station, liep wat trappen af en overwoog de stad een blik waardig te gunnen. Het zicht van daaruit was alvast spectaculair, het grote plein dat je uitnodigde de oversteek te wagen naar de grootstad lag er spekglad bij.
Na een 40-tal passen voorwaarts en enkele wankele passen links/rechts die enig risico inhielden tegen de kust te gaan, vroeg ik me af wat ik hier eigenlijk deed? Met een blik in gedachte op de inhoud van mijn rugzak, het plein dat nog een lange weg had te gaan richting stad, dat me influisterde dat voorzichtig terugkeren veel simpeler was.
Mijn pirouette was snel gemaakt, met knikkende knietjes schoof ik gladjes weer terug naar de ingang van het station. Snel op zoek naar een plasplekje, want dat had ik nodig na die eerste stapjes in de grote overweldigende wereld van de stad Luik.
In dit station was wél een toilet, dus luchtte ik voor 50cent mijn blaas en hoopte vooral dat ik niet alvorens weer op een trein te stappen weer dat vervelende, dringende plasgevoel zou hebben. Daar kampte ik al een tijd mee en de medicatie die ik daarvoor nam zat in een eindfase en ik had niet echt het gevoel dat het resultaat afwierp.
Ik activeerde internet op de telefoon en zocht uit hoe ik van Luik weer in Mortsel zou geraken.
Om 12u stapte ik op een overvolle trein richting Oostende, alsof iedereen vandaag plots dagjestoerist was en uitkeek naar een dagje “strand van Oostende”, …. Alleen de dikke truien, donsjassen en wollen mutsen verreden dat het geen dagje zonnebaden aan een strand zou worden.
Ik liet broer en schoonzus weten dat ik om 12u30 in het station van Leuven zou zijn en dat een koffietje er wel afkon voor ’t geval ze in de buurt zouden zijn.
De broer was op weekend in Neeroeteren, niet meteen in de buurt. De schoonzus belde me op … zij zat met een andere Lieve in café “koffie en staal”, …. Dat kende ik wel, daar hadden we in november nog een tussenstop gehouden tijdens een stadswandeling.
De vriendinnen gingen daar een hapje eten en ik was zeker welkom. Maar het pand lag midden centrum Leuven, weer dacht ik aan de inhoud van mijn rugzak, waarover ik toch wel waakzaam wou zijn & die me misschien niet helemaal op mijn gemak zou doen voelen als ik kris kras mijn weg zou zoeken in een drukke stad.
Ik besloot in 1 rechte lijn huiswaarts te bollen. Om die reden was ik nu degene die vanop perron 2 de trappen naar beneden holde en enkele roltrappen verder weer naar boven stoof teneinde de aansluiting naar Antwerpen/Berchem niet te missen.
Ik had welgeteld 1 minuut voor de overstap en alweer moest ik dringend plassen. Lang geleden dat ik op een trein nog eens een WC-hokje was ingedoken. Het was dan ook een activiteit die je liever meed in een rijdende trein. Opnieuw was mijn blaas opgelucht, waarna ik mij een zitplaats zocht in alweer een druk bezette trein, maar plaats was er zeker nog.
Eindelijk haalde ik het groene boekje tevoorschijn dat heel de tijd tussen de voering van mijn handtas had meegereisd.
Ik opende het boekje en tuurde op de eerste pagina naar een tekening die ik bedacht had bij de overgang van oud naar nieuw, voor de rest was het boekje nog smetteloos blanco.
Ik haalde het hoedje van een zilvergrijze BIC balpen gevuld met zwarte inkt.
Linksboven op de eerste pagina noteerde ik 18/1 en omcirkelde de datum met dezelfde balpen en begon aan mijn verhaal
Later op de dag, toen mijn treinreis er alweer enkele uren op zat, vroeg ik me af waarom ik me van datum had vergist. We waren ten slotte toch al 21/1 toen ik beginnen pennen was???
’S Avonds zag ik op het ATV nieuws beelden van rijen tulpen, die het Astridplein opvrolijkten en waar je per persoon vrijblijvend en gratis zelf 15 tulpen mocht uitkiezen ….
Ik dacht aan de vrolijke tinten in de coupés links en rechts van mij, terwijl ik tegen een paal leunde om zo meteen het rijtuig weer te verlaten.
Ik verliet perron 2 en wandelde in mijn voetsporen van de ochtend weer huiswaarts, zonder het doel van mijn reis uit het oog te verliezen. Een onverwachte wending had gezorgd dat mijn verhaal van de dag iets anders klonk dan de klanken die ik in gedachten had gehad, maar daarom niet minder boeiend.