Al van bij vertrek had ik ongelooflijk veel zin in bokes met tikkenei. Iets wat ik thuis nooit, hetzij raar of zelden, op de keukentafel tover, maar als vakantiegerecht pastte het perfect bij mijn dagdagelijkse kost, alsook bij mijn gemoed.
Het kon ongetwijfeld bijdragen aan sfeer en gezeligheid.
Ik was vertrokken met een lege maag, of eerder gezegd en gezwegen met weinig tot geen proviand. Op de plek ter bestemming kenden ze zeker wel warenhuizen zoals die hier vlak om het hoekje bestonden. Waarom dan alles meesleuren van thuis uit? Daarom hadden er ook geen eikes tussen mijn bagage gezeten. Veiligheidshalve kon daar natuurlijk ook nog een andere verklaring voor zijn.
Zoals?
Tja écht? dat tekeningske is dan misschien voor later.
Met een euforisch gevoel en een zachte bodem hoefde ik niet al teveel pikketten krom te kloppen om mijn tentje uit de grond te stampen. Zalig toch.
Enkele meters voor aankomst had mijn blikveld een boscafé gespot, ik had niet écht een rebus nodig om daar 's avonds neer te strijken om te komen éten.
Mijn allereerste agendapunt voor de volgende ochtend was zowiezo me een weg door de bomen te banen en op zoek te gaan naar voedsel voor het ontbijt.
Niet dat ik écht beukenootjes ging rapen, mijn plan was om via een loopje het dorpcentrum te bereiken, een bakker te scoren en met een ontbijtje terug te keren naar mijn kampeerplek, misschien kon ik bij die bakker ook tikkeneikes kopen.
Ik was nog geen vierentwintig uur op de plek waar mijn avontuur mocht beginnen, dook aan de overkant van de camping het bos in en dacht dat ik met een 'altijd' rechtdoor weinig verkeerd kon doen. Met een loopje van een half uur, het scoren bij de bakker & een wandelretour van een uurtje had ik gedacht tegen 10u de tikkeneikes te kunnen klutsen.
Lopen op een ruiterpad ging iets moeizamer dan de run die ik in gedachten had, af en toe wat verharde paden, genoeg variatie. Halverwege dacht ik dat de hitte me te stekken had, maar dat kon niet, de hitte van begin juli had alweer haar beste tijd gekend, ik had zelfs de eerste avond al kennis gemaakt met wat flauwe regen, maar toch had ik het gevoel dat ik hallucineerde. Ik knipperde tussen de takken van de bomen wat met mijn ogen tegen het felle tegenlicht en ontwaarde op een kruispunt van veel boswegen .....
Hier rezen geen paddestoelen maar boscafé's uit de grond. Wat een zalige locatie & wat een toffe plek, die moest ik zeker in gedachten houden. Het was nog te vroeg voor dat pintje waar ik later op de dag wel naar zou gaan verlangen, dus liep ik met een grote bocht, maar nog steeds aansluitend op 'altijd rechtdoor' voorbij de grote paddestoel.
Aan die lang uitgerekte bosweg leek maar geen einde te komen en een dorp kwam me niet tegemoet. In mijn hoofd maakte ik een snelle berekening en bepaalde een punt om rechtsomkeer te maken zodat mijn loopje zou eindigen net aan het boscafé, daar zou ik wel een koffietje kunnen slurpen & wie weet een omelet achter de kiezen kunnen steken. Ik had altijd wel een centje op zak als ik de loopsloefkes aantrok teneinde niet met lege handen te vertrekken alsook niet met een lege maag terug te komen.
Ergens had ik een kleine rekenfout gemaakt, want ik was nog ver voor de locatie mijn run gestopt, maar op zich was dat niet erg, want ik stond aan een wondermooie plek te midden van het bos, voor mij kietelde de zon het wateroppervlak van het eerste ven dat ik tegenkwam, meteen tijd voor de eerste sfeerbeeldjes.
Bij "De Venkraai" slurpte ik koffie, serveerden ze geen omeletten, maar boog ik mijn kronkels over hoe ik die erg dikke bruine boerenboterham met oude kaas zonder smossen ging binnenspelen?
Voilà, dat was gelukt. Met een kleine tussenstop van een half uurtje, hervatte ik mijn route rechtdoor & in gedachte zou ik dan rond half elf in mijn kampeerstoeltje kunnen ploffen. Nog een schoon uur om de ochtend al lezend door te brengen. Ik had nog enkele pagina's door te lezen in een boek waarin ik thuis al gretig had zitten lezen.
Ik vervolgde mijn pad rechtdoor & vroeg me na een héle tijd wandelen, af en toe, af of ik daar wel gepasseerd was. Maar in een bos ziet alles er ongeveer hetzelfde en even groen uit, dus waarschijnlijk had ik niet op alles even goed gelet & al wandelend flitsten beelden ook iets trager langs mijn blikveld dan al lopend.
Maar het T-kruispunt waar ik belandde klopte langs geen kanten met de rit die ik gelopen had. Bij het afscheid aan de Venkraai moet ik ongetwijfeld, en vooral gedachtenloos, gewoon een pad zijn opgelopen zonder te checken of dat wel kon kloppen. Milledju toch, weer typisch de kleine Meys.
Gelukkig zat er buiten de centjes ook een gsm in mijn buidel, dus tijd om google maps te activeren om me toch iets of wat te oriënteren. Maar in een bos is dat toch iets minder evident & ik was percies goed verkeerd gelopen. Het was vooral veel wikken en wegen tussen de bomen door, af en toe weer gedesoriënteerd geraken tot ik uiteindelijk weer op het rechte pad geraakte.
Om half één gaf ik mezelf niet langer als vermist op en kwam ik weer terecht op de camping, ik las de laatste pagina's van het boek dat al bijna uitgelezen was, zeepte me in onder de douche en sprong later die namiddag op mijn vélooke om op zoek te gaan naar dat dorp waar tikkeneikes te koop zouden zijn.
In het dorp van bestemming heerste er een gezellige drukte, aan een molen zag ik benen in de lucht bungelen, kinderen hadden dolle pret. Ik liet de kermis op het dorpsplein voor wat het was en bedacht me dat dit ongetwijfeld eerder een gemeente dan een dorp was. In het plaatselijk toeristenburo kocht ik een fiets- en wandelkaart, vond een bakker onder de klokketoren en was verder op zoek gegaan naar groenten & fruit, al stelde ik die zoektocht nog even uit. Aan de overkant van het 'viskraam' plofte ik neer op een terras en zag kinderen vol vreugde aan het kraam naar eendjes hengelen.
Ik leste mijn dorst met wat schuim op een kraag en plooide de fietskaart open om te checken hoe ik met een ommetje weer naar mijn kampeerplek kon fietsen.
Op de kaart zag ik dat ik 's ochtends compleet verkeerd was gelopen & waarschijnlijk met die rechte lijn die ik in gedachte liep, dit dorp nooit bereikt zou hebben.
Met een overvolle boodschappenrugzak, waar ik trouwens geen eikes had durven tussensteken want andere items zouden die ongetwijfeld verpletterd hebben, was ik via een ommetje om nog wat omgevingssfeer op te snuiven weer op mijn verblijfplaats toegekomen. Betekende meteen ook dat de bokes mé tikkenei nog niet meteen voor het eerstvolgende ontbijt zouden zijn.
Daarom at ik de volgende ochtend bokes met kaas en maakte ik een potje koffie om heerlijk te sloeberen tijdens het boekjeslezen. Ik vroeg me af hoelang de gasbidon het nog zou uithouden alvorens ze met een pjssstttt de geest zou geven en hélemaal leeg zou zijn. Deze bus ging toch al wel weer enkele jaren mee kamperen, de grootste druk zou er stilaan wel af zijn.
Met de wandelkaart voor mijn neus had ik een weg uitgestippeld langs heel wat vennen en heide. De wandelkaart ten spijt liep ik soms toch wat verloren en moest ik google soms activeren om mijn gemoed weer wat te sussen. Het gebeurde iedere keer weer en toch leerde ik er niet van. Soms werd ik onderweg écht ongerust of onzeker over mijn onbezonnen activiteiten, maar het kwam altijd ook weer goed. Het was altijd een mengeling van een bange nondedju, waarop steevast altijd ook weer een opgeluchte oef was gevolgd.
Het heidelandschap was adembenemend mooi geweest, ergens had ik, écht maar héél kort mijn regenjaske aangetrokken ter bescherming van wat miezerregen. Zo van die regen waar je kletsnat van wordt. Maar de bui was amper meetbaar geweest. Gelukkig maar, als het bij dit beetje regen bleef dan zou ik zeker niets te klagen hebben. Ook de dag voordien had ik tijdens het geslurp op het terras vlakbij de kermis héél even druppels zien opspatten in plassen, maar ook toen niets noemenswaardig.
Na het gewandel had ik me aan mijn kampeerplek in de vlinderstoel geploft en was beginnen lezen in boek 2 dat tussen mijn bagage had gezeten.
Meteen na het lezen van het eerste hoofdstuk had ik me afgevraagd of het wel een goed idee was om in dit boek verder te lezen .....
Ik had het boek al een tijdje geleden gekocht bij SB en had op de stapel 'nog te lezen boeken' gelegen en om die reden was het tussen mijn bagage verzeild geraakt. Het was van dezelfde schrijver als het boek dat ik vorig jaar tijdens het kamperen aan de Ourthe had gelezen en waarvan ik had gevonden dat ik dat niet zomaar op elke plek uit mijn rugzak zou vissen.
Hoofdstuk 1 was begonnen met een nachtelijke achtervolging in een bos. Na het lezen ervan had ik mijn brilmontuur naar boven geschoven en naar het gebladerte boven mij gestaard, op de kampeerplekken in de buurt hadden ook nog andere kampeerders vertoefd, niet alle plekken waren bezet, maar er was alleszins voldoende beweging rondomrond. De zon hing al laag in de bomen, maar het bleef nog wel even licht.
Spannend.
Ik schoof mijn bril weer in leesbare positie en las verder.
Het werd er alleen maar spannender op.
Op een kampeerterrein wordt iemand als vermist opgegeven & later, opgeknoopt aan een boom, teruggevonden.
En toch lees ik verder.
's nachts schiet ik wakker van elke tak die kraakt.
En toen kwam de regen
Wordt vervolgd
of misschien ook niet