31082025

de avond kleurt gek rozig

vol spanning in de lucht

de nonnekes gelovig

de paters in een diepe zucht

 

ze lurken van hun bier

zeker & zelf gebrouwen

een bruine kroeg

in centrum Lier

en liefst nen échte kouwe

 

 

30082025

alweer de tweede kraai

wegvliegend met haar buit

het was zeker geen vleesje haai

maar toch flink uitgewassen kluit

 

 

30082025

de nieuwe modehype

waar kwam dat toch vandaan

de stoere mannen op hun bike

vandaag weer witte sokjes aan

 

 

30082025

lichtjes

die lichtjes dansen

beweging in de woonkamer

zonlicht

vol nieuwe kansen

hoopvol en wat verdraagzamer

 

 

29082025

het alfabet was even weg

maar heeft me t'rug gevonden

en fluistert alles wat ik zeg

inkt

pa

tronen

verslonden

 

 

24082025H@me

23082025 ALZO GESCHIEDDE

Op vrijdag 22082025 had ik, met voorbedachte rade, geen klop gedaan, geen poot uitgestoken. Ook al vond ik dat ik, vooral qua fietsverhaal, niet actief genoeg was geweest, ik gunde me/verplichtte me een absolute rustdag te nemen, de dag voor vertrek naar huis.

 

Concreet betekende dat, dat ik buiten het hangen in de relax en de tocht van & naar het plasgebeuren, me slechts weinig vermoeide. Her en der werden al wat curverbakken herschikt ten einde alles weer netjes in de Max op te bergen om de rit naar huis veilig te voltooien.

 

De rit naar huis ....

 

Het was een rit van amper 150 km, maar voor wie me beter dan dat kende, wist dat ik daar bergen tegenop zag.

Vandaar een dagje absolute rust teneinde met een goed gevoel het gaspedaal te kunnen indrukken.

 

Tussen het inpakken door had ik nog wat zitten lezen & ook zo vakantieboek 3 volledig verteerd. Leuk om nog eens zoveel gelezen te hebben.

 

's Avonds had ik nog lekker zitten kokkerellen op het electrisch vuurtje dat ik eerst niet durfde mee te nemen, maar dat nu toch wel meer dan dienst bewezen had, het werd met een goed rapport weer opgeblonken en mee tussen de bagage geschoven.

 

Bij donker kruip ik nog even onder het "voited" deken, gekocht na een tip van schoonzus Lieve en besluit niet te laat te gaan slapen.

 

Niet te laat betekent ook dat er her en der op de camping nog gesprekken aan de gang zijn en sfeerlichtjes de donkerte in de auto weerkaatsen, wat er voor zorgt dat ik de slaap niet meteen kan vatten, ook al duurt het dan ook weer niet zo tergend lang als de avond voor mijn komst.

 

Met een fris gevoel start ik de ochtend van 23082025, vandaag moet ik de boel hier verder opruimen en voor 12u het terrein verlaten, aan die afspraak wil ik me ook netjes houden.

 

De Nespresso stond nog niet helemaal ingepakt, dus slurp ik op het gemakske nog een kopje koffie (of drie), de eerste regendruppels vallen ..... 

Alsjemenou, het is, met uitzondering van de zaterdag ervoor de weinige regen die ik heb zien/voelen vallen tijdens mijn vakantie in een uithoek van het land.

 

Gelukkig maar, ooit heb ik dat anders geweten.

 

De laatste loodjes worden netjes in de auto gepuzzeld, ik teen nog even naar het sanitaire blok om het campinggevoel weg te douchen en ben helemaal klaar voor mijn vertrek richting Mortsel.

 

Althans, ik denk toch dat ik er klaar voor ben.

 

23082025 - 11 u. - ik stap in de auto aan de kant van de bestuurder, dat is lang geleden - steek de sleutel in het contact, draai die om ..... 

 

en dan ....

 

Dan gebeurt er niets.

 

Miljaar, de Max wil niet starten.

 

 

21082025

21082025earlymorning

room with a view

20082025lateeve

when I tried to catch the sun falling asleep I met a funny dog

20082025

20082025

het loeien van de koe

echoöd tot in de stad

de kiekes riepen kiekboe

wat hadden ze een lol getrapt

 

 

20082025

had ik dat goed gezien

zag ik daar een kabouter

of wacht 

ik denk een stuk of tien

of misschien was het louter

 

te wijten aan mijn fantasie

doorheen het magisch sprookjesbos

waardoor ik gekke dingen zie

zoals daarnet kaboutercross

 

 

19082025

19082025

Hoeveel maal is scheepsrecht?

Dat de zoektocht naar het rijbewijs de nodige, onnodige stress had bezorgd was énigszins alvast éénmaal scheepsrecht. 

Niet zoveel later had ik het gedreun van een drukke steenweg weten weg te filteren via de noisecancelling koptelefoon.

Of de gravel zou zegevieren op steile bergritten was een groot vraagteken geweest, maar die had me op een snikhete dag de tong tot op mijn knieën doen fietsen. Wonderbaarlijk had die de hele rit mijn gewicht gedragen. Het was nog een beetje een vraagteken hoe dat gelukt was, want de dag voor de rit stond ie plat en zonder noemenswaardig gereedschap, buiten de grote wonderpomp was er geen enkel hulpmiddel aan te pas gekomen, doch stond ie ondertussen weer plat.

Op zaterdag had ik, na het ontwaken in een kletsnatte tent mijn heil gezocht in de Max, de tent was, met uitzondering van het onderstel van de matras, leeggehaald & alles stond veilig uitgestald in de Max. Daar had ik ook mijn bedje gespreid voor de 2 komende nachten gezien er wat regen voorspeld was & de tent dus helemaal lekgeslagen.

Heel opmerkelijk was het feit dat, ondanks de regen die nog gevolgd was de tent kurkdroog was gebleven.

Ik snapte er echt hélemaal niets meer van, maar had wel ondervonden dat slapen in de auto de irritante geluiden van de steenweg ver weg zapten en me lekkerder deden snurken dan dat dat in de tent het geval was geweest.

De tent was dus wijslijk voor altijd verruild voor dodookes in de Max.

 

Maar daar had ik zeker nog heel wat van te leren, want buiten de tent (die nog wel opstond, je wist maar nooit) en wat keukenmateriaal dat van het buitenleven mocht genieten stond alles weer in de auto, dankzij een vernuftigd kameersysteem, nog steeds in bruikleen.

 

DANK U Michèle!!!!

 

Dinsdagochtend, na drie nachtjes dodo in de Max, was ik de dag gestart met koffieslurpen. Daarna had ik de loopschoentjes aangetrokken voor een heerlijk loopje bergop en bergaf tussen de velden.

Stinkend in het zweet had ik daarna nog zitten koffieslurpen en een boke gegeten tot de middag me wild uit de relax trok. Tijd om te douchen, .... omdat de doucheponcho nog te vochtig was, zocht ik naar een handdoek.

EUUUUUh handdoek? ow ja, die ligt ergens in de auto.

 

Via de koffer kon ik snel aan de handdoek, maar de koffer zat op slot, hoezp op slot??? ff de andere deuren proberen, hoezo ook op slot? 

 

Tussen de keukenrommel op zoek naar de sleutel.

Sleutel nergens te vinden, ook niet in mijn trainingsjack....

Nog eens alle deuren proberen.

Alles geblokkeerd.

Hoezo, maar ik heb die toch niet afgesloten & waar is verdomd die sleutel????

 

Toen kreeg ik het koude zweet over heel mijn lichaam.

Via het achterraam zag ik hoe de sleutel lag te blinken op het voeteneinde van de matras & alle deuren zaten op slot.

 

Alsjemenou ....

 

En de reservesleutel dan?????

 

Tja, wat had je gedacht, met heel de verhuis van de tent naar de auto was die mee in de auto beland.

 

Daar stond ik dan in m'n loopshortje, Marcelleke & stinkend naar het zweet, met heel mijn hebben en houden in de auto en nog 4 vakantiedagen te gaan.

 

Toen begon het drama...... 

 

 

18082025

18082025

mijn beentjes zijn wat moe

dus sluip ik richting struikgewas

en doe even mijn oogjes toe

en doe een tukje eerste klas

 

 

18082025

zag in hout eerst een hond

leek daarna op een varken

een olifant die maar wat stond

die stond het bos te harken

 

de zon tovert een panda

in schaduw op wat schors

ik vraag me af

hoe kan da?

de boom antwoordt 

eerder wat nors

 

kom straks nog maar eens kijken

de panda wordt dan vast een das

de zon komt daarna strijken

en doet soms zelfs in struik de was

 

 

18082025

ik hoor de gieren gieren

ze bulderen van 't lachen

hebben vast iets te vieren

zo door de lucht zigzaggen

 

éne duikt naar benee

ongetwijfeld een prooi

de an'dren dui'klen lustig mee

denken pluimend een middagfooi

 

het wordt me daar een bekgevecht

knibbel

knabbel

kadaver

één spitst zijn oor 

en veert op recht

ik slik en loop wat trager

 

sluip nu voorbij het schouwtoneel

en doe dat echt muisstil

maar dan wordt het me toch teveel

midden in 't bos

een luide gil

 

 

18082025

ik volg het groene kruis

zit midden in een bos

de ranke bomen

bladgeruis

die rosse schicht

ik denk een vos

 

een rustplaats voor het wild

verboden te betreden

ze voeren vast iets in hun schild

iets knaagt

't is mijn geweten

 

de stilte in het bomenrijk

verdwaal hier heel alleen

een grizzly beer

ja lap

bezwijk

de dieren drummen om me heen

 

kijk wat ik heb gevonden

is wat men noemt een mens

daarna werd ik verslonden

het was de beer zijn wreedste wens

 

 

17082025

Blue sky / green valley

16082025

Benieuwd waar deze route uitkomt?

Voor je het weet heb je een bordje gemist, ... en begin dan maar te zoeken...

 

Alles ziet er anders uit als de zon schijnt ...

1608huphuphup

BARBATRUC

14151608 DE TRUC MET DE LEKKE BAND

Dat ik besluiteloos was stond als een paal boven water, het feit dat ik over meer dan 1 vehikel op twee wielen beschikte maakte het beslissingsrecht er niet éénvoudiger op, en ook al lag de gravelbike reeds in een horizontale positie op de houten bakken in de vakantieruimte van mijn auto, toch bleef ik onzeker over mijn keuze & bleef ik tot kort voor vertrek twijfelen en zelfs regelmatig van gedachte veranderen.

 

Mijn reisje ging niet bepaald in de richting van fietsen over vlakke wegen.

Om steile hellingen te trotseren lag de gravel beter in de hand, maar op de allerergste gravelwegen vol valkuilen, die er zeker wel zouden tussenzitten, zou de MTB me een veel stabieler gevoel geven.

 

Het was het één of het ander.

 

De moeilijkheidsgraad van mijn beslissing hing nauw samen met het onuitstaanbare uitstelgedrag waaraan ik leed.

 

De gravel had “de zo voor de hand liggende keuze” moeten zijn, die was het meest geschikt voor de ritjes die ik in gedachten had en ook hoopte uit te zweten, probleem was echter dat de grijze gravel op dat moment verre van routevwaardig was.

 

Dat had ik voor het eerst opgemerkt op een recent weekendtripje in de Westhoek, ergens in de maand mei (ik meen me te herinneren ergens begin, of mogelijk toch halverwege).

 

Op zware hellingen was, bij het schakelen naar de kleinste versnelling, de ketting meerdere malen van haar sus gedraaid, wat me verplicht had tijdens het stijgen af te stappen, de ketting er weer op te leggen & dan amper terug in gang te geraken.

 

Het had me bergen energie gekost, gevolgd door een dal van frustratie, dus was ik vastberaden huiswaarts gekeerd met een bezoek aan de fietsenmakker om de hoek in gedachten.

 

Het was vooral in gedachten gebleven, want toen ik de op één na langste dag van het jaar een toerke ging fietsen in de Antwerpse Kempen prees ik me gelukkig dat het daar allemaal vlak was.

Niet dat een hellingske links of rechts me zou tegenhouden, maar ik vervloekte mezelf dat de fiets nog niet door de handen van de fietsenmaker was geglipt.

 

Alsof woon- werkverkeer een excuus was dat de gravel onmisbaar was op weekdagen, terwijl er in het gangpad van de hal thuis nog wel wat exemplaren stonden te lonken om ook nog eens gebruikt te worden.

 

Maar het weekend van de langste dag was op een wel zeer bijzondere plek (bizarre camping in de Kempen) zonder slag of stoot, of fietsproblemen gepasseerd.

 

De énige die toen mogelijk problemen had gehad om zijn tweewieler in het gareel te houden, was de wel erg onfortuinlijke zatlap die me net voor het slapen gaan de stuipen op het lijf had gejaagd, die maar bleef opmerken dat ik vreselijk stonk (het kon ofwel de insectenspray zijn die ik overvloedig had opgesproeid of mogelijk werd ie bedwelmd door zijn eigen alcohol uitwasemingen, hij had immer al van kort na de middag lopen zwalpen aan de bar & sloeg geen enkele traktatie af).

Pas toen ik de koptelefoon afzette en opsprong uit de vlinderstoel om me klaar te maken voor het slaapmoment schrok ik me een bult toen ie ladderzat voor mijn neus stond.

 

Enerzijds had ik, in het donkere bos, medelijden met de man, die ongetwijfeld de weg naar huis niet zou vinden (woonde die mogelijk op de camping?)

Kon ik die zomaar aan zijn lot overlaten, maar langs de andere kant had ik geen zin aan een hoop gezeik rond mijn kop, dus had ik geprobeerd hem zsm af te wimpelen.

 

Heel even had ik ‘m nog staan nakijken, had ik gezien hoe hij enkele stappen probeerde te zetten in welke richting dan ook, dan weer begon te wankelen, om uiteindelijk altijd weer naar datzelfde paaltje terug te keren dat op één of andere manier nog een énige houvast leek te zijn.

 

Het was ongetwijfeld meedogenloos, maar zijn zorg kon/mocht echt de mijne niet zijn.

 

Ik liet er mijn nachtrust niet om, snurkte ongetwijfeld de longen uit mijn lijf en zag tegen het uur dat ik ’s middags weer naar huis reed de fiets nog steeds aan hetzelfde paatje rondhangen.

Iemand had wel de moeite genomen om ‘m recht te zetten en tegen een boom te parkeren, de man had ‘m de avond daarvoor, wankelend op zijn benen in het gras gedropt en was daarna geen stap verder meer geraakt, of misschien toch wel?

 

Van de man was er geen enkel spoor te bespeuren, hopelijk ging het goed met ‘m.

 

Zelf kwam ik ongehavend thuis en vergat de problemen met mijn eigen fiets.

 

Enige tijd later reed ik lek met de gravel, parkeerde de fiets in het gangpad en vervolgde mijn ritjes met de MTB.

 

De fietsenmaker om de hoek liet ik voorlopig links liggen, in de veronderstelling dat die samen met de bouwvakkers (zo was dat vorig jaar toch) vakantie vierde.

 

Maar toen zat er, sneller dan dat ik de tijd kon bijhouden, alweer een lang weekendje aan te komen in gezelschap van Max en wou ik liever vergezeld worden door de gravel dan de MTB.

Dat werd dus bandje plakken en fingers crossed dat ie me dan niet in de steek zou laten dat lange weekend in de Biesbosch (en).

 

Best wel spannend om te vertrekken voor een lange rit, hopende dat mijn vriendje het niet zou laten afweten, maar ook daar weer had mister gravel me trouwe dienst bewezen en had ik de rit naar behoren kunnen uitzweten.

Hij liet me echt waar niet in de steek.

Lief toch ….

 

En zo geschiedde dus dat ik drie maand na het gesukkel in de Westhoek nog steeds niet bij de fietsdokter was langsgeweest, al was dat natuurlijk vooral te wijten aan mijn onuitstaanbaar uitstelgedrag.

 

Na retour Biesbosch was ik nog eens platgereden en had de binnenvoorband voor de tweede keer op rij aan een baxter gelegen ten einde een nieuwe pleister op de wonde te krijgen.

Toegegeven, mijn reparatiekit was (vanwege al dat platrijgedoe, ook nog van vorige zomer) bijna uitgeput geraakt en was enkel nog gevuld met van die zelfklevende herstelpleisters.

Het verleden had me ooit geleerd dat die nergens op trokken, maar op dat moment was er geen andere keuze en werd de band, mogelijk op een halfslachtige manier, hersteld.

Wat maakte dat het maar enkele dagen duurde alvorens ie weer plat stond.

 

Niet getreurd, Mister MTB, altijd mijn redder in nood.

Nu ik eindelijk beslist had om, op retour werk, even bij de fietsenmaker te stoppen om een afspraak te maken, trok ik aan het kortste eind.

De winkel was gesloten, de vakantie van meneer de fietsenmaker was maar net begonnen en zou lang verder duren tot zelfs ergens halverwege mijn eigen vakantie.

 

Ik verweet mezelf ne welverdiende miljaardenondedju en maak het beslissingsmoment voor vertrek Hoge Venen er zo dus ook alweer niet makkelijker op.

 

Dus ga ik toch maar weer lekker aan de slag met die voorband, verwissel ‘m voor een nieuwe & doe de dagen voor vertrek nog enkele testritjes ter controle.

 

Oké, dan toch maar de gravel

Of wacht nee

Veiligheidshalve de mTB

Of wacht, doe toch maar de gravel

Maar de MTB heeft me minder in de steek gelaten

Nee lieverd, je fietst liever op de hellingen met de gravel

Ja maar

Ja …

 

En dan leg ik mezelf het zwijgen op

De gravel ligt al in de speeltuin van de Max en vertrekt mee op vakantie.

 

So far so well.

 

Ik parkeer de zorgen om mijn fietskeuze naar de achtergrond van mijn denken en krijg de volgende paniekaanval.

150 kilometer bollen met Max over Vlaamsche wegen.

Vraag me niet waarom, het bezorgt me altijd megastress.

 

De zoektocht naar mijn rijbewijs maakte het me niet bepaald minder moeilijk, maar ik was eindelijk toch “en route” beland en die route was me beter verlopen dan verwacht.

 

Ergens aan een Waalse bosrand stelde ik mijn tentje op en installeerde me voor een deugddoende vakantie.

Die zou ongetwijfeld actief ingevuld worden met wandelen, fietsen, lezen, schrijven, dolce far niente…

Zalige rust

Zalige vrije tijd

 

De fiets ging nog even achter slot en grendel tegen een scheefhangende boom, de dag erna vroeg ik me af of die boom nog schever was gaan staan vanwege mijn parkeerbeleid?

 

Eerst zou ik de omgeving wat verkennen en deftige fietskaarten onder de loep nemen alvorens me in het wiel te wagen, de fiets zou daar dus nog wel even tegen de boom blijven hangen. …. de pretlichtjes daarentegen hingen ergens feestelijk langs het tentzeil.

 

Af en toe had ik nog wel eens in het voorwiel geprikt (uiteraard met een onscherpe vingernagel) om de strakke lijn van het wiel te controleren, alles zag er verbluffend perfect uit, de wissel leek goed uitgevoerd.

Het achterwiel daarentegen baarde me wel grote zorgen, dat had ik zienderogen achteruit voelen gaan. Na drie dagen stond die bijna helemaal plat & dat betekende qua herstel een ander paar mouwen, want die was tubeless, dat kreeg ik niet zomaar zelf opgelost.

 

Ik zou de vakantiepret niet laten verpesten door de teloorgang van een achterwiel en wijtte het probleem aan de tweede hittegolf die ons landje trof - ongetwijfeld was die substantie niet hittebestendig en gaf die een uitgelaten indruk bij duivelse temperaturen.

 

Wat lucht in de band pompen zou me zonder zorgen kunnen laten vertrekken.

 

Ik ging sneller tot een pompmanoeuvre over dan voorzien, het was niet onder de vorm van diep door de armen buigen, buik bijna plat op de grond en de armen weer strekken. De grote, gesofisticeerde, professionele pomp stond al klaar in de gebruikshouding & dat moet één en/of andere kampeerder niet ongemerkt hebben laten passeren.

 

Zo werd ik op donderdag opgeschrikt toen ik met mijn neus boven een spannend boek hing, … ideaal moment om mijnen tikker en slag te laten overslaan …. Er werd mij gevraagd of die grote, bombastische pomp ook ontleend kon worden.

 

Uiteraard deelde ik graag met énige fierheid mijn efficiënte gebruiksvoorwerpen, zolang ik ze maar terug kreeg & liet weten dat, indien nodig, ik ook nog wel wat plaksel om banden te helen kon missen.

 

Aanvankelijk bleef het bij gebruik van de pomp, maar later die dag lag er in de man zijn ogen ook een bedelverhaal tot het bekomen van pleisters.

 

Geen probleem / dankjewel / met plezier ….. (imiteer ik hier nu een collega?)

 

In mijn vuistje moest ik stiekem lachen om enig onvermogen, maar dat nam de onzekerheid over de rijvaardigheid van de eigen fiets die nog steeds aan de ketting tegen een boom hing niet weg.

 

Toch maar die achterband eens oppompen, er ging alleszins lucht in en na enkele uurtjes geduld en af en toe een prikmoment leek die er ook in te blijven. Halelulja jipijajee ….. bingo - ’s avonds deed ik nog een testritje van zowat 8 kilometer van en naar het centrum voor wat boodschappen en kwam overladen als een muilezel terug … zelfs de rits van de rugzak had niet meer dicht gekunnen.

 

Zwaarbeladen leek het alsof de band geen zuchtje had gegeven, wat me vertrouwen inboezemde voor een langere rit next day.

 

Dat ik voor de gravel had gekozen was een goede zaak geweest, de ritjes bergop waren hier hemeltergend steil, zelfs in die mate dat ik een paar ben afgestapt en te voet ben verder gegaan.

Eerst dacht ik, komaan Meys, gaat het niet goed met je fysiek, maar nog veel liever stak ik het op de hitte die ons landje trof.

Alle excuus was welkom, zolang het maar niet aan mezelf lag, … foei foei, dat is niet eerlijk, maar wie gaat er nu ook trippen in de blakke zon …. Met een fiets die maar half se gat in orde is?

 

Ikke dus, want ketting ook een paar keer van zijne sus, ….

 

Maar ik zou de kleine Meys niet zijn als ik niet zou volharden ondanks alle besluiteloosheid en uitstelgedrag ten spijt.

Ik kwam weer veilig terug aan de voet van de drakenberg en nog steeds leek de achterband geen windje te hebben gelaten, die stond nog steeds bikkelhard been stijf.

 

Prima, dat probleem leek ook alweer opgelost en deed me verlangen naar nog meer fietstochtjes.

 

’S Avonds had ik in de relax nog wat hangen luisteren naar muziekjes. Dat was niet echt mijn favoriete kampeerbezigheid, maar op één of andere manier voelde het plots als een absolute noodzaak. Wat verderop was een gewestweg & die leek veel drukker dan verhoopt. Ik werkte dan wel in een drukkerij, maar deze drukte wilde ik toch ten allen tijden buitensluiten, dus hing ik wat te freewheelen met de noire cancelling koptelefoon over mijn twee oren, staarde naar de sterren en genoot van de frisse buitenlucht tot ik moe genoeg was en het idee kreeg ondanks het geronk van de vierwielers toch in slaap te kunnen vallen.

 

Dat lukte na een paar dagen wel, alleen de ochtenden waren nog wat vervelend, of ruw gezegd, eerder frustrerend ….. want Rond 5 uur gingen mijn rolluikskes alweer open omdat ze gewekt werden door voorbij daverende vrachtwagens ….

 

GEEUW, ….

 

Maar de ochtend na de fietstocht, die serieus in mijn benen zat en me redelijk wat energie had gekost werd ik niet gewekt door de eerste vrachtwagens.

 

Er was een ander irritant geluid dat me had wakker gemaakt, in eerste instantie snapte ik er niet veel van & was links en rechts al met een handdoek over het grondzeil gegaan en smeekte, lieve regen, laat me toch nog even slapen, nog veel te vroeg om op te staan.

 

Dus legde me weer in horizontale positie en toen begon de echte aanval.

 

DRUP DRUP DRUP

Los op mijn smoelement, aan mijn vingertoppen, langs mijne kleine teen.

Het ging niet om een lekke band.

 

De tent leek wel een zeef en was zo lek als iets …..

 

ASJEMENOU ….

 

Ik had nu wel andere zorgen ….

 

 

15082025

14082025

13082025 ça fait déjà 4 ans

een dag om stil te staan

bij wat toen is gebeurd

het wassend water

stille maan

een dag die heel dramatisch kleurt

 

 

1308DEkip

de kip kippte wat op de grond

pikt in het malse gras

verslond alles wat ze daar vond

zolang het maar vet lekkers was

 

 

12082025

12082025

"la Vesdre" was vlakbij

het weer was kurkdroog

ik dacht geen tweede keer met mij

4 jaar geleden meters hoog

 

en dacht weer aan de ezel

gemaakt uit vuur en steen

het water vol gefezel

de brand nu door het bos verdween

 

 

12082025

ik zag een witte vlinder

wegvliegen uit mijn boek

ondervond van niets hinder

en was vast ook naar niets op zoek

 

 

11082025

11082025

de kippen sluipen rond mijn tent

een wesp bijt in mijn oksel

een bleirend kind

een kind dat rent

sleurend aan moeders roksel

 

 

10082025

10082025

Na Roodkapje, het smurfenijsje en de flauwe Gargamelgrap lagen alle igrediënten voor een geslaagd vertrek op tafel, met een voldaan gevoel (vooral van mijn buikje) kwam ik weer thuis na een gezellige familiebijeenkomst. Polootje op schok met vier vrouwen - het was even hilarisch als onze reisjes met leider Ringers.

 

Ik plofte in de zetel en heel even ging de televisie aan, het was echt maar heel even, zelfs maar een flits, want het was veel verstandiger op tijd in mijn bedje te kruipen teneinde een goede nachtrust te verteren.

 

Ik had er al een weekje vakantie opzitten, maar om één of andere reden lukte het me niet om écht uit te slapen, overdag leek ik alleen maar steeds moeër te worden & ik had ook regelmatig opflakkeringen van protesterende darmen.

 

Dus ging het licht vroeg uit (buiten toch al donker) & de oogjes dicht.

 

Echt liggen ronken kwam er niet zo meteen van.

In de verte zoemde luid feestgedruis vanop één of andere party.

Ik vroeg me af of dat mogelijk de naweeën waren van de Pride die overdag door Antwerpen was getrokken, of was er dichterbij een festivalletje aan de gang, of ….. nee het klonk van nog veel dichterbij.

 

Het vensterraam had ik nog, alvorens me in horizontale positie te leggen, dichtgedaan, maar ik kon helaas niet alle geluiden buitensluiten. Tot erg laat waren feestvierders in roepvolume met elkaar in conversatie.

 

Daar ging mijn goede nachtrust en de blauwe digitale cijfertjes van de wekkerradio versprongen minuut na minuut terwijl ik er af en toe met een slabakken oog naar tuurde.

 

Tussen 4 en 5 was mogelijk iedereen uitgefeest, want tussen die uren werd het stil, muisstil, bijna beangstigend stil & viel ik eindelijk in een diepe slaap.

 

Zzzzzzzzzzzzzzzz

 

Gelukkig sliep ik tot een klein gaatje in de ochtend en werd om 09:30 met een uitgeslapen gevoel wakker.

Ik voelde me zelfs kiplekker, kiplekkerder dan de afgelopen dagen.

 

Max mocht nog eens de deur uit voor een langere rit & alle bagage stond vertrekkensklaar.

De ochtend was enkel nog een kwestie van rustig koffieslurpen, inladen, boekske lezen, nog wat koffie slurpen en vertrekken.

 

Maar voor finaal vertrek natuurlijk nog die laatste check up.

 

Pas, rijbewijs, bankkaart

Pas, rijbewijs, bankkaart …..

Pas ……. Rijbewijs ……………….. bankkaart

 

Miljaar, er klopt iets niet in mijn optelsom.

 

Pas, ........

 

Mijn rijbewijs steekt niet op de plek, waar dat bij mijn weten, ALTIJD zit ….

Hoe kan dat nu in godsnaam & dat merk ik slechts enkele seconden voor vertrek???????

Nu breekt het angstzweet me pas goed uit …. & ik was net zo kalm …

 

Even overdenken wanneer ik mijn rijbewijs voor het laatst had nodig gehad.

Dat was nog niet zolang geleden.

Net voor vertrek naar de Biesbosch had ik dezelfde laatste controle uitgevoerd -> Pas, rijbewijs, bankkaart …

Toen was er niets onheilspellends geweest, want ik was zonder aarzelen vertrokken, dus toen moet ik het zeker nog gehad hebben.

 

pffffffft, dit stresske kan ik echt wel missen.

 

Ik check alle zakjes van de telefoonhoes, allemaal leeg, zelfs van de hoesjes die niet in gebruik zijn.

Had ik onlangs misschien van hoes gewisseld?

Ook niets te vinden in de inactieve hoesjes, dan nog maar eens in het hoesje dat in gebruik is, misschien toch niet zo goed gekeken.

 

Ja deuheueueuuueueueuue

 

Alle lege portomonneekes gaan door mijn hand

En nog eens

En nog eens

 

Nog eens in de geldbeugel waar ook pas en bankkaart inzitten.

 

Alé, hoe kan dat nu, normaal haal ik mijn rijbewijs nooit uit mijn portefeuille…

 

Ik controleer keukenladen, bureauschuiven, …. Al weet ik niet waarom, daar zal ik dat nooit gelegd hebben.

De rugzak van en naar het werk, de handtas over de trapleuning, het tablet op de schoorsteenmantel.

 

Ik loop een paar keer naar boven, dan weer naar benden en nog eens naar boven, voel in jaszakken, vestjes, …. In wat weet ik nog allemaal.

 

Nergens te vinden.

 

Ik overweeg te vertrekken zonder rijbewijs.

Zou ik?

Hoe groot is de kans dat je aan de kant gezet wordt en dat er naar je rijbewijs gevraagd wordt?

Volgens mij niet groot, maar je zal wel zien dat het net dan is ….

 

Zondag, … nog snel langs het politiekantoor om melding te maken dat ik het kwijt ben???

Niet veel zin in.

Toch maar vertrekken zonder?

 

Daar gaat de rust die ik zelve tot een halfuurtje geleden nog was & ik was nochtans zo klaar voor vertrek.

 

Miljaardedju toch, ik kan mezelf wel voor de kop slaan, maar doe dat meyslijk niet ….

 

Een laatste strohalm, het kastje waarin ik eerder op de week nog naar andere spulletjes op zoek was, …. Ik haal wat spullen weg die voor het deurtje staan &n dan valt min oog op een aantal kaarten die (niet echt) verstopt liggen achter de miniserre waarin het boek “het gebeurt” nog ligt te rijpen, …

 

Bovenaan ligt de rode kaart van Edenred, … ik meen me te herinneren dat ik eerder op de week daar enkele kaarten heb gelegd, waarom juist weet ik niet meer, wsch in ’t gedacht dat ik ze niet nodig had.

 

Ik neem het stapeltje op, de Edenred, de tennisclub, … en daarachter zit wat ik niet meer vond —> rijbewijs + kaart bloedgroep, die eveneens (ik zal dan maar quasi scanderen) altijd bij mijn pas en bankkaart zitten, ….. niet dus.

 

Geen idee waarom ze daar beland zijn, maar ik kan nu alleszins het zweet onder mijn oksels weer wegswipen & toch met een iets geruster gevoel Max aan de praat brengen.

 

Akke Akke Tuut Tuut, weg zijn wij.

 

 

09082025

was in vakantiemodus

mijn denken duid'lijk uitgezet

geen woordenvloed

geen focus

heel laat naar

maar ook laat uit bed

 

tot 's middags koffieslurperij

wat hangen in de zetel

daar mag gerust een boekske bij

de druk is van de ketel

 

het denken wordt steeds vager

geen werkdruk

echt relax

het tempo mag wat trager

het moet niet nu

het mag ook straks

 

 

04082025

03082025

4 spelers op een veld

iemand slaat op

telkens een ace

de ander meteen uitgeteld

ziezo

& meteen klaar is kees

 

 

02082025

een trein glijdt over 't spoor

richting de an'dre kant

waardoor ik 'm steeds minder hoor

mijn loopjes houden nog steeds stand

 

 

01082025

schrok wakker van een luide plof

mijn tikker ging tekeer

mijn keel meteen schuurpapier grof

in piek'rend dalen op en neer

 

dan plots een felle flits

durf bijna niet te ademen

straks gaat dit echt waar heel'maal mis

& wil het voorval kaderen

 

verzamel al mijn moed

halfnaakt vanonder 't laken

en sluip het duister tegemoet

geen tijd voor ochtendbraken

 

 

01082025

de zigzag tussen paaltjes

het scheuren door de bocht

tekstballonenverhaaltjes

gebakken lucht die werd verkocht

01082025

het B'OINKbeest

 

Misschien lag ik al een tijdje wakker, zonder te piekeren welliswaar, of misschien werd ik toch, met een licht paniekske uit mijn slaap gerukt. Het kon beiden, maar naar mijn slaapgevoel lag ik in bed conform de eerste optie.

03:48

 

In een waas verlichtten de digitale cijfers van de wekkerradio een uur dat leek op het holst van de nacht, al was het ook weer niet zover van de tijd dat de dageraad me (bijna zo meteen) zou wekken.

Ik lag stokstijf in bed - op mijn rug, terwijl ik een zijslaper ben. Mijn hart ging wild tekeer, mijn ademhaling stokte en mijn ogen stonden weid gesperd, hielden het duister nabij de kamerdeur in de gaten.

 

Ik was me de pleuris geschrokken van een erg luide bonk - een luide smak en dat vlakbij.

Zo vlakbij dat het wel eens kon zijn dat enkel de scheidingswand tussen kamer en traphal me van het geluid scheidde.

Ik kreeg het razende tempo van mijn hartslag niet meer onder controle.

In het schemer van de kamer leek het alsof ik lichtflikkeringen zag dansen, ik fixeerde me op de vier cijfers en het dubbele punt op de klok en vroeg me af of dat de lichtnuances waren die de kamer deed graderen in verschillende donkere tinten.

 

 

Of kwam het schijnsel van achter mijn hersenpan, en gluurde het tussen de spleten van een rolluik dat niet hélemaal tot duisternis was neergelaten?

 

Mijn blik trok weer richting deuropening, aan een rek opgehangen aan de deur, die altijd open staat, hingen broeken, truien, allerhandjes, die me konden doen geloven dat er iemand stond en met voldoende fantasie en de lichtschakeringen die voor mijn ogen dansten durfde ik zelfs te geloven dat ik iemand zag bewegen.

 

 

Nog steeds durfde ik amper adem te halen, uit angst te verraden dat er iemand, vlakbij het geluid, liever had liggen snurken dan bang te liggen wezen van een geluid dat niet te definiëren was.

 

 

Mijn ogen bleven zich halsstarrig fixeren richting traphal, terwijl mijn oren zich in een Mister Spock trokken, teneinde alle vreemde geluiden die niet bij mijn huis hoorden te detecteren.

Ik hoorde niets....

Een lichtflits in de hal....

In een schock voel ik hoe al mijn ledematen nog meer verstijven en mijn hartslag een spurt trekt.

 

Nog voor ik durf te denken dat een inbreker, begeleid door een zaklamp de weg naar boven zoekt en de trap op sluipt, realiseer ik me dat de flits mogelijk afkomstig is van de rookmelder die om de minuut een signaal afgeeft, door te flikkeren met een klein groen oplichtend bolleke.

 

Toch ben ik er niet gerust in, nooit eerder is die flits van de rookmelder me opgevallen & het verklaart zeker ook niet het geluid dat niet bij mijn slapen paste.

 

Nog steeds durf ik niet naar adem te happen, uit angst dat mijn zuchten ervoor zullen zorgen dat iemand de trap op stormt.

In deze benarde situatie zou ik zowiezo de slaap niet meer kunnen vatten, dus probeer ik eerst dat ademen weer wat onder controle te krijgen, trek mijn oren nog in een scherpere spits en schrik van het knorren van mijn maag, mijn darmen liggen duidelijk overhoop.

 

Ongetwijfeld trekken ze een kramp vanwege de plotsklapse stress.

 

Zo kan ik echt niet in bed blijven liggen, de klok zou alleen maar de minuten heel langzaam doen voorbijglijden terwijl ik als een bange kwezel geen oog meer dicht zou doen.

 

Omdat ik niet in de mogelijkheid was aan de schouder van een bedpartner te schudden met de melding: "sjoe, ik denk dat er beneden iemand is" .... raap ik zelf alle moed bijeen om te checken wat er mogelijk gaande is.

Eerst doe ik dat op kousenvoetjes, maar al snel denk ik dat het beter is wat herrie te maken, misschien wordt een mogelijke inbreker daardoor afgeschrikt en neemt ie alsnog de benen, via het hazepad in de tuin.

 

Ik duw op een schakelaar en meteen baadt de slaapkamer in volle licht, ik doe hetzelfde met de schakelaar aan de andere kant van dezelfde muur, die nu de traphal in lichterlaaie zet.

 

Owké,

in de traphal op de bovenste verdieping zal ik alvast niet oog in oog komen te staan met wie dan ook die het smakkende geluid veroorzaakte 

Als de lamp boven brandt, dan meteen ook beneden. Mijn spockoren detecteren niet meteen verdachte geluiden, voorzichtig leun ik over de trapleuning om een zicht te krijgen op het ganggedeelte beneden.

Nog steeds geen kat te bespeuren.

 

Op blote voetjes loop ik deel 2 van de trap af naar beneden, gewapend met een laken. Geen idee wat ik daarmee zou kunnen uitsteken mocht ik alsnog oog in oog komen te staan met het boinkbeest, maar het was het eerste wat ik binnen grabbelbereik had, ik had er zelfs met angst onder liggen zweten.

 

Beneden in de hal eveneens niets te bespreuren. Ik inspecteer het magneetbord, de spullen bij de fietsen, wat rommel in een rommelbak, maar ook hier valt er niets abnormaals te noteren. Dat doe ik ook niet in de woonkamer, de keukendeur zit nog steeds op slot, nergens voetsporen van vreemden in huis, geen kabouters die stiekem kwamen afwassen. Alles lijkt bij het oude te zijn gebleven, net zoals voor het dodookes gaan.

 

Ik haal mijn schouders op en doof beneden weer alle lichten, op de doorgang naar boven controleer ik snel beneden nog het kleinste kamertje en steek ik mijn hoofd even om het hoekje van de kelder. De PMD bak, die daar de weg verspert, verspert die nog steeds op dezelfde manier, in het donkere gat zie ik geen vreemde schimmen bewegen, ik hoor geen vreemde geluiden. Het énige wat ik denk is dat ik 's ochtends niet mag vergeten de blauwe zak buiten te zetten voor de PMD-ophaling.

 

Alvorens weer naar boven te schieten check ik de klink aan de voordeur, de deur zit nog steeds op slot. Als ik me omdraai hoor ik aan de andere kant van de deur stemmen. Even schrik ik, maar de stemmen zijn niet vlakbij, dus besluit ik mezelf niet nog banger te maken dan dat ik al ben en dat het waarschijnlijk vakantienachtbrakers zijn of vroege vogels die al op weg zijn naar het werk. Zou het?

 

Even twijfel ik om alle lichten te laten branden en me beneden in zetel te plaveien, teneinde een betere controle te behouden over mijn nachtrust, maar doof toch alle lichten en teen weer naar boven, in de hoop toch nog een beetje nachtrust te kunnen inhalen.

 

zzz

zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz

 

Voor ik mijn bedje weer induik drop ik het laken op de matras en verdwijn in het kleinste kamertje. Dat was waarschijnlijk ook de reden geweest waarom ik al wakker was geweest nog voor de bonk gevallen was. Mijn nachtplaske dat zich opdrong. Bij het geluid van de sjas krijg ik weer een paniekaanval omdat die alle andere geluiden in het huis mogelijk overstemt.

 

In bed leg ik me op mijn rug, mijn ademhaling is nog steeds onrustig, mijn ogen durf ik nog niet te sluiten en het geknor van mijn maag, alsook het rommelen van mijn darmen doen me telkens weer een beetje verstijven. Bij de buren hoor ik voor de derde keer op rij de bimbam bimbammen, wat betekent dat er al minstens een half uur gepasseerd is tussen opschrikken en een poging om weer in slaap te geraken.

 

Toch moet ik de rust weer ergens gevonden hebben, want de vierde bimbam is aan mijn oren gepasseerd zonder er iets van te merken. Ik schoot pas wakker van de wekker, die nu in blauwe cijfers zes dubbelpunt tien aangaf. Dat laatste halfuur werd mijn slaap geteroriseerd door nachtmerries.

 

 

Met een vermoeid gebaar wrijf ik de prut uit mijn ogen, slenter naar de badkamer alwaar tandjes gepoetst worden. Mijn ogen flitsen naar alle hoeken van de kamer waar alles meer dan normaal lijkt. Boven mijn hoofd verschijnt een tekstballon waarin ik het spannende verhaal van de nacht vertel aan iedereen die het maar horen wil, het mysterieuze boinkbeest dat me bezocht had, mijn tikker had doen overslaan & me grotendeels van wegsoezen had weerhouden. Het klonk als een echte thriller, geen verhaaltjes voor het slapengaan.

 

Ik hijs me in mijn fietsbroekske, haal wat spullen uit de kast en loop de trap af.

 

Op dat moment verschijnt de PMD-zak achter de kelderdeur in mijn tekstballon en schiet het me te binnen dat ik die niet mag vergeten buiten te zetten. Nog voor ik de keuken inschiet om aldaar een heerlijke koffie te zetten, mag de blauwe zak eindelijk uit het hoekje & parkeer ik 'm alvast aan de voordeur zodat ik 'm niet vergeet klaar te zetten voor de 2-wekelijkse ophaling.

 

Tussen het voor- en achterwiel van de gravelbike ligt een tasje, ik raap het op en steek het meteen in de rugzak. Dit tasje mag ik zeker niet vergeten, het bevat een belangrijke inhoud. Eigenlijk zit het ALTIJD in mijn rugzak en fietst het raar of zelden niet met me mee.

 

Pas als ik me een beetje wakkerder voel vraag ik me af wat dat tasje daar eigenlijk aan de platte voorband van de koers lag te doen? 

 

In het tasje zit een regenjase, idem dito broek, maar nog veel belangrijker een fantastisch werkende metalen, kleine fietspomp, die onmisbaar is onderweg. Bij vertrek op het werk de dag ervoor, had ik vanwege vakantie in het vooruitzicht, de rommel in mijn kleedkastje op het werk wat opgeruimd. Gedragen kledij had zich daar liggen opstapelen tot een berg wasgoed & dat moest eindelijk weer eens thuis geraken. Dus had ik de berg bovenop het fietsgerief gestapeld, zodat ik gepakt & gezakt als een muilezel huiswaarts kon fietsen. In de fietstalling was mijn euro gevallen dat het buiten regende, in die mate dat het misschien wel eens interessant kon zijn mijn regenjasje aan te trekken.

 

Ik had niet de moeite genomen de stapel kleren er weer uit te halen, maar had mijn arm tot diep onderaan in de zak gestoken en het tasje vanonder de stapel tevoorschijn gehaald, had de regenjas aangetrokken, het tasje weer dichtgeritst en nu bovenop de stapel gelegd.

 

Thuisgekomen had ik de vuile was meteen boven in de mand gelegd, waar ze verder konden berusten wachtende op de eerstevolgende wasbeurt.

Maar net voor ik naar boven was geteend had ik het tasje, waarin nu enkel nog de regenbroek en pomp staken, op de buis van de gravel gelegd, daar lag ook nog een handdoek en wat andere spullen op, het tasje had er mooi op liggen balanceren.

Tot het om 03:48 besloot tegen de grond te kletteren.

 

En dan pas valt het hele plaatje in elkaar en is er eindelijk een verklaring voor het nachtraven.

Ik had duidelijk om geen enkele reden mijn hart in mijn keel voelen kloppen & angstzweet in mijn pollekes gehad.

Er was een hele simpele verklaring voor het Boinkbeest dat me die nacht was komen bezoeken.

 

Opgelucht vervolgde ik mijn pad richting keuken, maar tegelijkertijd voelde ik een zware teleurstelling, plots leek het mysterieuze verhaal dat vorm kreeg in mijn tekstballon en dat ik in fantasie vol theatraliteit vertelde aan iedereen die het horen wou hélemaal niet meer zo spannend.

 

Ik slurpte van de koffie, sprong op mijn fietske, énigszins ontgoocheld door de goede afloop van een heel wat minder mysterieus verhaal, maar dat maakte wel dat er weer plaats vrijkwam in de tekstballon die ten allen tijden boven mijn hoofd meefietste.

Een olifant met een lange snuit ....