een loslopende kip

een steenweg drukke oversteek

dan denk ik plots aan chickendip

terwijl het beest stilaan bezweek

 

 

31102024

iemand dook in de boskes

die ging er vast wild plassen

of spotte ie er voskes

of zat het daar vol dassen

 

 

30102024

geheel uit niets DOEMDE hij op

de jogger

breedgeschouderd

ritmestoornis

geen tussenstop

hij leek ook erg verouderd

 

vanuit datzelfde niets

denk ik plots'ling aan Pol

wie dacht DOEMDEnkend op de fiets

vervang dat stiekem  maar met lol

 

 

30102024

ik hobbel over noten

straks rijd ik nog mijn banden lek

en zijn ze naar de KLjdf jRHXmqjùd `kkgqj

ja lap

los in een hondendrek

 

 

30102024

er hangt een lage mist

een kat staat voor de deur

de muis die door de mazen glipt

er hangt een gekke herfstkleur

 

net als de muis oogt alles grijs

ik loer doorheen een mistgordijn

maar die geeft geen geheimen prijs

linksaf, rechtdoor, waar moet ik zijn

 

op weg

òp goed geluk

doe alles op de tast

en bijt daarbij mijn tandjes stuk

de tandarts heeft straks met mij last

 

ben heeldhuids toegekomen

doorheen een landschap desolaat

nat wegdek

kale bomen

de mist die daar tussenin gaapt

 

 

29102024

al scheurend door de goot

in golfslag volgt de watersplasj

de wind die rukt & blaast en stoot

wat verderop een autocrash

 

de schemer in het slechte weer

beperktheid ook in zicht

ik stop, kijk uit & kniel dan neer

blikken plots kwaad op mij gericht

 

hoezo, daarop schokschouder

heb ik soms iets misdaan

de menigte yellt louder

gij trage slak

verlaat de baan

 

geschrokken kruip ik in mijn schulp

en snap er nikske van

ik bood gewoon de eerste hulp

als dat dan zelfs al niet meer kan

 

ik hoor de ambulance

die heb ik snel nog zelf gebeld 

het slachtoffer in shock, in trance

stelt het nu goed

is me verteld

 

 

29102024

daar had je nog eens regen

al lang niet meer gezien

ik denk een dag of negen

of misschien toch een dag of tien

 

 

28102024

een prachtig mooie  rode lucht

getrokken in krijtlijntjes

de zwaluwen op wintervlucht

de ochtenddauw vriest rijmpjes

 

oesj ben ik soms te laat

of hebben we de klok verzet

de zon die al wat hoger staat

haar daglichtknop al aangezet

 

de onderweg geurt herfstkleur

in geel/groen/bruine tinten

een boom ontwakend uit zijn sleur

kan zijn bla'dren niet vinden

 

gevallen op de grond

een speelplein ligt bedekt

een kind dat dat wel leutig vond

strooit ze omhoog lang uitgerekt

 

de dag al bijna klaar

laat 'm dus maar beginnen

de zon knipoogt

wil me zowaar

volwarm & voor zich winnen

 

ik ben heel snel bezweken

in vingerkniptaal 1 2 3

woorden die niet eens spreken

voor wonderpracht die ik hier zie

 

 

25102024

boehoe boeht halloween

ge zit niet goed verstopt

ik heb u al van ver gezien

& spook al dagen in uw kot

 

 

25102024

de bomen vallen kaal

bedekt weg met tapijt

de wind rukt stormig in een haal

de bla'dren rotten mettertijd

 

 

25102024

ik zag een schim in het kasteel

daar ver diep in de achtertuin

eerst kleurt het een witachtig geel

daarna soort groengebakken bruin

 

ik loer tussen wat takken

de toren staat in brand

de zon blijft alsmaar zakken

plots rukt de schim hard aan mijn hand

 

ik schrik en blik opzij

waar niemand te bespeuren

heb ik ze nog wel op een rij

als rook begint te geuren

 

winter-v-uur

 

de zomertijd gaat stilaan heen

ik zoek nog een blok hout

een voel de warmte

soms alleen

 

en voel de warmte om me heen

de zon geurt nu naar stralend goud

 

 

24102024

het was een gekke gok

en toen liet ik de wereld los

tuurde star in mijn koffiemok

soms had ik chance

was soms de klos

 

 

23102024

er klonk een gekke melodie

gebrabbel in een praatje

de sporen van mijn fantasie

maar wel mijn beste maatje

 

 

22102024

ik zat toch wel met bibberkou

handschoentjes aangetrokken

de ochtend nat, vochtig, vol dauw

wou mij uit mijn kot lokken

 

ik vecht tegen de wind

maar die is dui'dlijk sterk

een onverlicht onzichtbaar kind

dat ik niet eens opmerk

 

de baan loert vol gevaar

waarom zo onvoorzichtig

terwijl ik in het donker staar

raast iemand snel en driftig

 

en dan hoor ik een klap

denk aan een zware val

iemand bonkt op een motorkap

ik u een leske leren zal

 

waarom zo aggressief

zo gaat het alle dagen

heb toch ne keer de ander lief

veel simp'ler te verdragen

 

 

21102024

ik was het rats vergeten

al bijna einde rit

de windstopper

het zweten

een nief broekske

dat zalig zit

 

 

18102024hettramstEl

een tram stIl in haar bedding

iemand gek wild ontspoord

smeekt bijna om zijn redding

maar niemand die zijn hulpkreet hoort

 

de wattman met gebroken stem

voelt ergens grote haat

en moet voluit gaan op de rem

't is tijd dat gij mijn stel verlaat

 

kijkt dreigend naar de gijzelaar

maar die blikt best meedogenloos

een woeste blik

weerbarstig staar

waarom hij niet voor Batman koos

 

de man werd overmeesterd

verslagen in de boeien

de flik

die overheerstert

laat zijn sirene loeien

 

 

17102024

ik trok weer naar de hut

wou er voor altijd blijven

totdat ik wakker werd geschud

in angstzweet bovendrijven

 

had weer die nare droom

alles draaide om hem

het had niet eens moeite geloond

de monotoom

te trage stem

 

waarom gebeurt dit weer

raak ik het ooit nog kwijt

of blijft het keer

en keer op keer

de beelden uit verleden tijd

 

ik trok weer naar de hut

daar kon ik vast vergeten

tussen bomen

en wild geschut

op toekomst en op heden

 

 

16102024

onzeker word een beetje bang

de bus pusht in m'n rug

weet niet wanneer 

niet meer zo lang

ze raast te snel

ik minder vlug

 

en dan schiet ze voorbij

lapt alle regels aan haar laars

de fietsstraat

rakelings langs mij

schiet in gebed

je

brand(t) een kaars

 

waarom altijd zo nipt

gelukkig hield ik stand

de bus trots want ze is nu stipt

remt vlak voor mij 

net aan haar halt

 

 

15102024

iemand toont me de weg

ik weet nog niet waarheen

en wanneer ik er iets van zeg

de wegwijzer ook weer verdween

 

 

14102024

ik hoor een vreemd gekraak

alsof het heeft gevroren

maar het is puur de smaak

van glas

dat kan je horen

 

ja lap ik rijd dus fit

op weer dezelfde plek

zoek naar de reparatiekit

maar vind ze niet

ik zoek me gek

 

dat wordt verder te voet

met Scottie aan de hand

alsof het er nog veel toe doet

miljaardedju

die lekke band

 

 

14102024

mijn buikje nog steeds mottig

gekronkel lichte kramp

mijn neusje ook al snottig

mijn brilglazen vol waterdamp

 

dus fiets ik verder op de tast

dat vind ik best wel eng

ja tuurlijk rijd ik ergens vast

mijn stalen ros

historisch kreng

 

ik raak alsmaar meer achter

steeds achter in de tijd

maar traag voelt ook veel zachter

dan dagelijks de snelheidstrijd

 

 

13102024

mijn loopje op de brug

daaronder liep een spoor

een tgv raast vliegensvlug

ook even snel 'm niet meer hoor

 

13102024

snottebellengespetter

gekriebel in mijn neus

ik lees maar snap geen letter

tot vreugde van de kleine reus

 

gezeten op een paddestoel

natuurlijk deed die krak

die diende tot een ander doel

de grond op met een doffe smak

 

de zwam verloor zijn spoor

kabouterhuis kapot

dus moest hij weeral van tevoor

op zoek gaan naar een ander kot

 

11102024

hesjes gekleurd vol fluo

dat is wel goed gezien

gekocht daar bij den Hubo

ik denk voor nen euro of tien

 

10102024

de regen viel met bakken

zo was het weer voorspelt

iemand op hage hakken

de taxi in

maar zonder geld

 

meteen is het ambras

ik ben wel niet te koop

mijn voertuig nochtans eerste klas

vervolgt gij maar uw regenloop

 

haar hakjes werden vuil

hoogwater in haar schuinen

ik had bottinnes in de ruil

zo van die mot'ge groene

 

perfect onder zo'n minirok

die is toch trouwens veel te kort

mensen g'raken daarvan in shock

terwijl de regen verder stort

 

 

10102024

mijn maag ligt overhoop

kokhalzend het gevoel

mijn darmen ook al in de knoop

een groene glimlach op mijn smoel

 

 

09102024

overal wegenwerken

vrachtwagens fel verlicht

opdat je niet zou merken

een weg versperd

een put niet dicht

 

dus maak me daar een tuimeling

de put gaat steeds versmallen

mijn echo in een duizeling

ik blijf

ja blijf maar vallen

 

ik roep 'is iemand daar?'

antwoordt mijn eigen stem

terwijl ik naar de hemel staar 

totaal niet meer weet waar ik ben

 

 

08102024

het bollen ging echt vlot

dus had ik vast wind mee

die voerde me naar ergens tot

de snelweg bruisend als een zee

 

een fiets

boomstam

figuur

het was pure verbeelding 

het donker op dit vroege uur

iets dat ik in een glimp opving

 

had ik iemand zien staan

terwijl het ook niemand kon zijn

in 't lichtjeswerpsel van de maan

ontstoken ergens in mijn brein

 

iets had ook echt bewogen

maar was  ook alweer weg

mijn ogen niet gelogen

verdween terwijl ik het net zeg

 

 

07102024

goed nieuws vanuit Dardennen

gist'ren maar pas vernomen

gedaan met fluisterstemmen

mocht blijven 

blijven dromen

 

mocht blijven in zijn huisje

vernam ik vol van vreugd

geniepig in mijn vuistje

versleet er bijna heel mijn jeugd

 

 

07102024

vandaag opnieuw de mountainbike

mijn bandjes opgepompt

de gravel die leek wel 'on strike'

zo triestig hoe hij daar nu stond

 

maar nu teveel gevaar

op herfstgladde wegen

een slippertje

schol echt geen haar

maar toch moet ik vergeven

 

toch kies ik voor robuust

en meer stabiliteit

en vertrek zo heel doelbewust

de nacht in richting wintertijd

 

 

06102024

een kraai

pekzwart

bebloed

 

& was zwaar aangevallen

hélaas geen plek op spoed

ongeluk in getallen

 

dus denk ik aan dertien

& hoor een helikopter

maar die had ons daar niet gezien

help ons dan toch

help dokter

 

bel anders eens de dierenarts

werkt die dan soms op zondag

oeps ja, dan speelt ie volop darts

omdat hij ook wel rusten mag

 

de kraai werd niet gered

viel hulpeloos ten prooi

en hangt nu ergens opgezet

een woonkamer vol sier en tooi

 

 

03102024

het floepte er weer uit

dus keek snel achterom

dat deed ik beter toch vooruit

zo blindelings dat was echt dom

 

iemand vol ongeduld

kwam te dicht

echt vlakbij

en door de donkerte omhuld

knalde hij boem knots los op mij

 

ik raak geïrriteerd

en brul lelijke woorden

de ander heel ongegeneerd

alsof het hem niet stoorde

 

 

02102024

de temp'ratuur kwikt vijf

geboebeld krijg ik kiekevel

rillend door gans mijn lijf

tandgeklapper in elke cel

 

vingers stokstijf handschoenen

schokschou'drend ga ik beven

kleur geel, lichtpaars, blauw of groen &

de klok ietske na zeven

 

ben half

bijna bevroren

hoor krassend krakend ijs

dat laat wellicht zijn sporen

het wolkendek vol ochtendgrijs

 

 

01102024